#4 Plantenkennis

Deze aflevering hebben we voor het eerst in onze nieuwe studio opgenomen! We zijn verhuisd van Amsterdam naar Amersfoort en zitten in de prachtige bosrijke omgeving van Amersfoort. En we doen een experiment: we nemen de aflevering ook op met beeld voor op YouTube, dus spannend!

De zomer is nu echt wel aangekomen en zichtbaar in de tuinen. Voor Joost is het tuinmoment daarom dat de eenjarigen nu uitbundig bloeien. Hij houdt van de kleur en sfeer die je daarmee gedurende de hele zomer in de tuin krijgt. Bij Petra zijn alle voorjaarsbollen inmiddels ook uitgebloeid en hebben de vaste planten en zomerbollen zoals de Allium het overgenomen. Wel nog even het groen van de bloembollen laten afsterven en de zaaddozen wegknippen als je dat niet gedaan hebt, zodat de plant kan afsterven en volgend jaar weer gezond op kan komen.

Deze aflevering leggen we de basis voor plantenkennis, zodat je goed voorbereid bent als je planten gaat kopen. We hebben geen gast in de aflevering dit keer,  want voor Joost is dit natuurlijk dagelijkse kost en kan hij dit ook prima alleen af natuurlijk!

Naamgeving van planten

We leggen kort uit hoe je de namen van planten kan “lezen”, want er zit natuurlijk wel een systeem in. De meest eenduidige plantennaam is de Latijnse naam. Overal ter wereld weet men dan welke plant je bedoelt. Vaak hebben planten ook nog een Nederlandse naam, maar die kan soms per regio verschillen.

De Latijnse naam bestaat uit twee of drie delen. Het eerste deel van de naam is het geslacht, dan heb je de tweede naam dat is het soort. En dan hebben sommige planten nog een toevoeging die iets zegt over de kleur van de bloem, de kweker, waar de inspiratie vandaan heeft gehaald. Dat is de eigennaam die de kweker aan de bloemen heeft gegeven.

Plantensoorten

We bespreken in de podcast de verschillende soorten planten, welke functie ze in de tuin hebben en welk onderhoud ze nodig hebben. Beginnend bij de bomen, dan de heesters of struiken. Daarna vaste planten, een- en tweejarigen, grassen en tot slot bollen, knollen en wortelstokken.

In de uitgebreide shownotes kun je alles teruglezen, of je luistert natuurlijk even de podcast. Er zijn een paar dingen benoemd die we hier even uitlichten.

Kurklijst

Sommige struiken kies je voor het blad, omdat het wintergroen is, bloeit of bessen draagt in de winter. Maar je kan een struik ook uitkiezen op de decoratieve waarde van de takken. Wanneer de takken een mooie structuur hebben, noem je dit kerklijst. Hieronder zie je een voorbeeld.

Andere soorten die mooie kurklijst hebben zijn Euonymus Alatus en Acer Campestre. Hier op de foto is een tak te zien van Liquidambar styraciflua, ook bekend als Amberboom.

Kurklijst op de takken van Liquidambar styraciflua

Tips als je planten gaat kopen en planten

Nog wel even de belangrijkste tips op een rij als je planten gaat kopen.

  • Neem voor vaste planten niet alleen de grote potten die al in bloei staan. De prijs van de plant wordt meestal bepaald door de grootte van de pot. Je kan, als je wat meer geduld hebt, ook kiezen voor de planten in kleinere 9x9cm potjes. Die zijn veel voordeliger en volgend jaar worden dit ook grote pollen.
  • Voor grassen kun je wel beter een groter maatje kiezen, potten van 1,5- 2 liter. Het duurt anders vrij lang voordat je een serieuze pol hebt en ze komen ook de winter beter door.
  • Trek als je een plant koopt, altijd de pot er even af. Als de plant goed geworteld is (zie foto) en er niet veel losse aarde in de pot zit, is dit een goed teken. Verder moet de plant er stevig en gezond uitzien met nieuw blad.
  • Let op dat je de juiste plant voor de juiste plek uitkiest. Neem de volgende richtlijnen in acht voor het aantal zonuren dat je plant nodig heeft. Zonnig: meer dan 7 uur zon in de zomer. Halfschaduw: een nog vrij lichte plek met gefilterd zonlicht of 3-5 uur zon per dag. Een schaduwplant kun je op een meer donkere plek zetten met maximaal 3 uur zon per dag.
  • Let daarnaast natuurlijk ook op hoe groot de boom, struik of plant wordt. Vooral bomen kunnen naarmate ze ouder worden nog fors groeien!
  • Voordat je de plant gaat planten, dompel de kluit in een bak water zodat deze goed doorweekt is. Het plantgat maak je lekker ruim. Zet de plant op de goede diepte en vul het gat met een mengsel van goede potgrond en aarde uit de tuin. En daarna goed water blijven geven natuurlijk!
Trek voor aanschaf de pot even van de kluit om te zien of de plant goed geworteld is.

De tuinfavoriet van deze keer is de Hemerocallis ofwel daglelie. Kijk voor meer informatie bij de Tuinfavorieten. De volgende aflevering van tuinierkwartier verschijnt op 2 juli en dan hebben we Marieke Nolsen te gast, een echte tuinierfanaat! Marieke heeft een grote tuin bij haar huis die ze ook als pluktuin gebruikt. We kijken ernaar uit met haar over haar tuinierpassie te praten!


00:00 Intro
02:25 Tuinmoment van de week
05:04 Onderwerp van vandaag: De planten
07:49 De Bomen
11:03 De struiken en heesters
15:20 Vaste planten
26:16 De grassen
32:11 De bollen
38:25 De tuinfavoriet

00:00 Intro

Petra: Dat is gezellig Joost, we zitten helemaal in een nieuwe setting. 

Joost: Ja, gaaf hier, in een klooster. Dat is wel inspirerende omgeving dit. 

Petra: Ja, we zijn begonnen in Amsterdam met de podcast opnemen, dat was ook heel leuk. 

Joost: Ja, daar keken we uit op Artis, dat was ook wel gaaf. 

Petra: Zeker, en nu zitten we eigenlijk midden in het groen, in Amersfoort, in het Eemklooster, bij Bureau Podcast. En wat ook helemaal nieuw Is vandaag, dat gefilmd worden. We gaan ook eens kijken of onze podcast luisteraars graag via YouTube naar ons willen luisteren. 

Joost: Ik moest vanochtend nadenken, haar goed doen heeft geen zin meer, ik moest wel nadenken, misschien moet ik niet in mijn werkkloffie aankomen. Maar goed ja ik ben tuinman, dus wat maakt het uit? 

Petra: Ja, zo is het. Nou hartstikke leuk.

Joost: Welkom. 

Petra: Fijn dat iedereen weer luistert. 

Joost: Ja, geen gast dit keer, we moeten het met z’n tweeën doen Petra. 

Petra: Ja, dat is ook weer spannend of we genoeg gespreksstof hebben. 

Joost: Dat zal toch wel?

Petra: Ja goed, welkom iedereen bij alweer de vierde aflevering van tuinierkwartier. De podcast over tuinieren in Nederland. Vandaag gaan we dus met z’n tweeën praten over planten. Ik had het de vorige keer al aangekondigd, voordat iedereen natuurlijk vol goede moed naar tuincentrum rent en daar verdwaalt tussen al het aanbod, willen we je graag een handje helpen om je keuze beter te kunnen maken. 

Joost: Ja, waar moet je nu op letten, in een tuincentrum koop je alleen maar alles wat nu in bloei staat, en over zes weken heb je een kale tuin. Dan heb je dat weer. 

Petra: Ja, heb je dat weer. We gaan gewoon eventjes toch de basis oppakken over planten. Wat voor soorten zijn er? Hoe is het onderhoud in grote lijnen met die planten? Hoe kun je ze gebruiken in je tuin om structuur of sfeer te krijgen? Ik heb er wel zin in weer. 

Joost: Ja. Ik moest er ineens over nadenken. Voor mij is zoveel automatisme, dat ik ja, hoe begin je eigenlijk. Eigenlijk hoe wij ook zijn begonnen, met een tuinarchitect. 

Petra: Gewoon doen.

Joost: Met de plannen. 

02:25 Tuinmoment van de week

Petra: Ja, precies. Joost, we gaan beginnen. Zoals altijd met het tuinmoment. 

Joost: Dat zijn voor mij nu de eenjarigen, dat vind ik altijd leuk. Ik heb het al een keer gezegd, bloembollen, dat is voor een hovenier niet zo heel leuk. Want je stopt het in de grond en je kan het er weer uithalen als ze uitgebloeid zijn. Maar met zomergoed is dat helemaal niet. Dat is gewoon, je kleedt gelijk een tuin aan met bloemen. Ja, dat vind ik leuk om te doen. Er is gewoon heel veel keuze in en dat is ook wel een idee voor zowel grote als kleine tuinen. Misschien wel vooral voor kleine tuinen, dan is het moeilijk om met vaste planten een heel jaar door bloemen te krijgen. Dan zijn eenjarigen ideaal.

Petra: En eenjarigen, pak je dan toch ook wel weer grote pollen in je tuin van een bepaalde soort? Of hou je meer van dat zaaigoed wat meer een natuurlijke uitstraling heeft?

Joost: Nee, zelf houd ik wel meer van de geraniums, de petunia’s, het echte werkgoed. En ja, het ligt aan de wens van de klant, ik houd zelf wel van meer pastel en wat ingetogen. Maar sommige willen ook gewoon een “Haribo-tuin”.  

Petra: Ja, dit zijn niet helemaal mijn planten. Maar mijn tuinmoment van deze week lijkt daar wel een beetje op, want je ziet nu echt de overgang van de voorjaarstuin naar de zomertuin. Deze podcast wordt natuurlijk pas iets later uitgezonden, maar ik heb deze week echt de allerlaatste tulpen afgeknipt en je ziet nu de vaste planten het overnemen en ook in bloei gaan. 

Joost: Ja, bind je ze dan ook in, dat je dat je dat loof niet zo meer ziet? 

Petra: Nee, het groeit er gewoon overheen. Je moet er om lachen, maar nee, ik laat gewoon lekker liggen en over een weekje of vijf, zes dan kun je de dode bladeren gewoon oprapen van de grond als je ze nog ziet. 

Joost: Ja, je hebt je beplanting er mooi op aangepast. 

Petra: Ja, en ik ben ook een beetje lui. Ik ga ook niet de moeite nemen om al die bollen eruit te halen. 

Joost: Nee, hoeft toch ook niet?

Petra: Ik ga gewoon volgend jaar weer kijken wat er opkomt. Ja, naar heel veel mensen doen het wel. 

Joost: Ja, zoals tulpen, die willen inderdaad wel slecht terugkomen. Maar narcissen en blauwe druiven en dat soort dingen, die komen altijd wel heel mooi terug. En daar is ook wel dan een tip om dat groen dan, dat groen moet teruggetrokken worden in de bol, dat dan weer voeding krijgt. En die kun je dan inknopen als er te veel groen op de vaste planten komt te liggen. Dan kun je er een bolletje van maken en dan is het ook goed. Dan ziet het er weel keurig uit. 

Petra: Dat hoeft bij mij niet.

Joost: Nee, lekker laten gaan. 

05:04 Onderwerp van vandaag: De planten

Ja, laten we gaan naar het onderwerp van vandaag: De planten. We gaan het proberen ook een beetje luchtig te houden Joost, want je kunt hier heel gedetailleerd over praten en het allemaal heel ingewikkeld maken, maar dat gaan wij zeker niet doen. We gaan het hebben over verschillende soorten beplanting: bomen, heesters, vaste planten, grassen, en dan tot slot ook nog even de eenjarige en de bollen. Die zullen we even aanraken. Misschien is het goed om toch even te beginnen met de naamgeving van planten, heel kort. 

Joost: Wij hoveniers hebben het altijd over Latijnse namen. De Nederlandse naam ben ik al heel gauw vergeten, ik heb ooit een keer op school geleerd dat dat per regio kan verschillen, dus dacht ik, ja dat ga ik helemaal niet onthouden, ga ik helemaal niet aan beginnen. Daar heb soms wel spijt van, maar de Latijnse naam, dat is gewoon iets wat wereldwijd is afgesproken. Dus ben je in Timboektoe en je wil een vaste plant en je weet de Latijnse naam, dan heb je het over hetzelfde. Dat is met lokale namen natuurlijk niet. Dus ja, zo zijn Latijnse namen voor ons het makkelijkste. 

Petra: Maar goed, als je net begint met tuinieren, dan kan dat de best wel een beetje intimiderend zijn al die Latijnse namen. Hoe kun je daar nou toch een beetje begrijpen waar je mee bezig bent? 

Joost: Lang leve Google, maar het is ook, er zitten wel handvatten aan. Je hebt de soortnaam, de ras naam heet dat, dan heb je ook nog de bedachte naam door de kweker enzovoort. Dan heb je ook nog de kleurstelling die erin zit. Alba is bijvoorbeeld wit, purpurea is rood-paars, zo gaan we door. Maar het is nog wel lastig om dat uit te pluizen. 

Petra: Ja, maar goed, het eerste deel van de naam, ik pak eventjes de Salvia, het eerste deel van de naam is het geslacht, dan heb je, de nemorosa, dat is het soort. En dan daarna kun je nog allerlei fantasienamen hebben die iets zeggen over de kleur van de bloem, de kweker, waar de inspiratie vandaan heeft gehaald. Dat is de eigennaam die de kweker aan de bloemen heeft gegeven. Dus als je heel graag en Salie of Salvia in je tuin wil, dan begint het dus met zoeken naar het goede soort Salvia en dan de nemorosa of een andere soort.

Joost: En dan de cultivar. Ja, zo is dat. 

07:49 De Bomen

Petra: Oké, nou dan hebben dat opgeklaard. Zullen beginnen met de bomen?

Joost: Ja, is goed, van boven naar beneden, dat is helemaal prima. Wat wil je erover weten? 

Petra: Waarom zou je eigenlijk een boom in je tuin zetten? Want die hebben wel een functie, daar hebben we het al een beetje over gehad, ook met Alewijn. 

Joost: Ik vind dat je niet zonder kan. Dus het waarom is geen keus, het moet er gewoon in om een aantal reden. Je wil gewoon diepte in je tuin, als je alles vlak maakt, is er gewoon niet zo heel veel aan. Buiten de waarde voor de vogels enzovoort en het klimaat, is het gewoon heel belangrijk om de diepte in je tuin te hebben, dat maakt het aangenaam. 

Petra: Ja, het voegt biomassa toe. 

Joost: Ja, het maakt het intiem. En voor de rest kun je dan ook nog wel op strategische plaatsen een boom zetten. Als je een dakkapel van de buren of stukje inkijk wil maskeren, dan zit je daar een boom neer. Dus ja ook in kleine tuinen moet dat prima kunnen. Let wel op dat hij officieel twee meter uit de erfgrens moet staan, ook voor leibomen. Dit is een discussie die ik nog wel eens heb. Want leibomen, ik noem het altijd vliegenmeppers, die zijn natuurlijk ideaal om op de erfgrens te zetten voor de kleine tuin voor de inkijk, maar het blijft een boom. Dus officieel moet hij wel twee meter uit de erfgrens.

Petra: Ja, of even goed overleggen met je buren natuurlijk. 

Joost: Ja, dat is altijd het beste.

Petra: Ik denk met een boom twee dingen. Goed opletten hoe groot hij gaat worden als hij volwassen is. Want ja, als je hem koopt, dan ziet hij er schattig uit. 

Joost: Jazeker, natuurlijk moet je even je huiswerk doen. Uiteindelijk is het natuurlijk ook wel een vak, dus als je er niet uitkomt, dan moet je er toch hulp bij inroepen. Als je een beuk in je tuin gaat zetten, dan kun je straks je raam niet meer dicht doen. 

Petra: Precies. Wat ik zelf ook wel leuk vindt altijd als je een boom in je tuin zet en je hebt niet zo’n grote tuin, om bijvoorbeeld een fruitboom te nemen. Ik heb zelf ook een appelboom en een perenboompje in mijn tuin. Die kan je meestal als je een laagstam hebt, is dat decoratief en je hebt er ook nog veel plezier van. 

Joost: Ja, we kunnen er gewoon rustig een hele podcast aan wijden, er is geen excuus om geen boom te nemen. Er is voor ieder wat wils. Je hebt inderdaad halfstam, je hebt hoogstam, smal vorm, kegelvorm, zuilvorm, enzovoort. Maar ook open kroon, dus dat het wel licht doorlatend is, natuurlijk wintergroen, of winterkaal. Zelf houd ik wel heel erg van de seizoenen in de tuin. Ik vind het wel fijn als winters wat meer licht meer binnenkomt, dus ik hou wel van winterkale planten en hagen ook in die zin. Zodat je ’s winters meer licht hebt en de seizoenen hebt. Dus je hebt het mooie voorjaarsblad, het jonge frisse blad. En daarna het gewoon volwassen blad. En daarna de najaarsverkleuring. Ik hou daar wel van. 

11:03 De struiken en heesters

Petra: Dan rollen we eigenlijk ook alweer een beetje zo in de volgende categorie. De struiken en de heesters. Wat is eigenlijk het verschil?

Joost: Geen idee, ik merk dat ik soms ook struiken zeg. Maar struiken klinkt wel plat, dus heesters klinkt een stuk beter.

Petra: Dat klinkt beter? Dus als die gewoon wat meer stammen heeft, dan noemen het een struik eigenlijk of een heester. Als hij één stam heeft, is het een boom. 

Joost: Ja, dat is wel het verschil, best simpel.

Petra: Dat lijkt me duidelijk. Maar goed, daar heb je natuurlijk dezelfde vragen bij. Wil je herfstkleuren? Moet hij bloeien? Moet die wintergroen zijn? 

Joost: Waar ga je voor? Ga je voor structuur in blad of in de takken? Je hebt soms ook hele mooie kurklijst op de takken zitten.

Petra: Wat zeg je? 

Joost: Ja, dan moet je de site bekijken, daar zetten we wel een foto neer. Alles uitleggen is heel moeilijk. 

Petra: Hoe noem je dat?

Joost: Kurklijsten op de takken.

Petra: Dat is de structuur van de takken.

Joost: Ja, dat is eigenlijk een laag wat op de takken zit. Wat een hoge sierwaarde heeft. De Euonymus Alatus heeft het, de Acer Campestre, maar dat moeten we even op de site verder uitleggen. 

Petra: Ja is goed. 

Joost: Of ga je voor de voor de bloem of de bes? Dat kan natuurlijk ook. 

Petra: Ow ja, ja natuurlijk. Dat is ook leuk als je vogels in de tuin wil. 

Joost: Ja, bessen hebben een hele decoratieve waarde, absoluut. Het blad structuur natuurlijk een nagenoeg het hele jaar rond en bloem is relatief kort. Met de bes kun je dat dan verlengen. Dat maakt wel uit voor de keuze. 

Petra: Ja, maar struiken hebben wel weer wat meer onderhoud nodig. Die moet je af en toe een beetje bijknippen als het een hele mooie haag struik is. 

Joost: Je ziet er wel veel, fouten wil ik niet zeggen, je doet niks fout, maar dat kan wel beter. Mensen vaak te bang om te snoeien. Je kan beter de oude takken helemaal tot op de grond of 15 centimeter van de grond weghalen, dat hij gewoon weer volledig kan vernieuwen. Dan dat je er stukjes van afhaalt en dan krijg je zo’n heel lelijk onderstel noem ik het altijd. Dat verschilt natuurlijk per heester, maar misschien kan ik het ook wel inzichtelijk maken door wat foto’s te maken, wat wel kan en wat niet. 

Petra: Zijn er algemene regels voor struiken om te snoeien? Wanneer doe je dat? 

Joost: Ja, als je twijfelt is meestal na de bloei het beste. Ook dat kun je weer aardig losgaan, maar bij twijfel is na de bloei eigenlijk het beste. 

Petra: Ja, na de bloei en dan een deel van de struik goed terug knippen. 

Joost: Ja, ze zeggen 20 procent of een vijfde deel en dan de vooral de oude takken weghalen dat hij goed kan verjongen.

Petra: Waar de takken tegen elkaar aan zitten en kruisen, schurende takken haal je weg en dan kan hij er weer een jaar tegenaan. 

Joost: Dat is bij bomen niet anders, bij bomen moet je zorgen dat hij een hoofd stam houdt en inderdaad kruisende, schurende takken, takken die de kroon ingaan, die haal je weg. 

Petra: Maar struiken hebben een belangrijke functie in de tuin, denk ik. Want die geven structuur. 

Joost: Het is een tussenlaag. Bomen is bovenaan, dan heb je de tussenlaag, dat zijn dan de heesters. We kunnen het gelijk over het groene geraamte hebben, die hoort er dan ook bij, dus de wintergroenen. Zo bepaal je wel de structuur in je tuin. Dat is heel belangrijk.

Petra: Ja, dat het jaar rond mooi eruit ziet. Je kan het goed zien als je een sneeuw foto van je tuin maakt. Dan kun je heel goed zien of je structuur goed is opgebouwd, of het aantrekkelijk blijft om naar te kijken. 

Joost: Ja, het is echt de basis. 

Petra: Dat creëer je met de bomen en struiken. En natuurlijk dan ook de keuze tussen groenblijvend en kaal. 

Joost: Ja, absoluut, zeker. Ja, daar moet je een goed plan op maken, een simpel schetsje en dan kun je dat de intekenen, hoe je zo een groen geraamte neerzet. Daar begin je mee. En dan vaste planten! 

15:20 Vaste planten

Petra: Ja, dat zijn mijn favorieten. 

Joost: Ja, ik zie je ogen helemaal fonkelen.

Petra: Ja, precies. Ik vind dat hartstikke leuk, ik hou heel erg van bloemen en ik had in mijn tuin waar ik nu woon, de tuin die ik meekreeg van de vorige bewoners, die hadden heel veel structuur. 

Joost: Ja, die hadden het na een tijdje wel opgegeven?

Petra: Ja, precies, maar een tuin zonder vaste planten, ik begrijpt er gewoon helemaal niks van. Ik ben ik vind het zo zonde. 

Joost: Het is iets engs lijkt het wel. Je moet natuurlijk ook wel wat van weten.

Petra: Is dat het ook niet, dat de mensen bang zijn dat je dan heel veel onderhoud op je hals haalt? 

Joost: Ja, terwijl het natuurlijk gewoon onzin is, het is gewoon een gebrek aan kennis uiteindelijk. Of lef, bij een tuin kun je eigenlijk niet zoveel fout doen. Ik bedoel, je krijgt niet heel makkelijk een plant dood. Dat is met snoeien ook, als je een keertje de bloei weggesnoeid hebt, ja, dan is het enigste wat je kan doen de volgende keer anders en ervan leren. Maar ja, hij gaat niet dood of zo. Dat is met vaste planten natuurlijk ook, het draait uiteindelijk om de kennis en de lef van gewoon proberen. Van hoe bouw je zo’n border op en hoe doe je het met vaste planten. En dat kun je zo gek maken als je zelf wil, dat hebben volgens mij ook al benoemd. Je kunt het helemaal afknippen, netjes maken. Maar je kunt ook lekker laten staan. 

Petra: Maar misschien komt het ook wel omdat de vaste planten in het tuincentrum, die staan niet altijd op de meest aantrekkelijke manier gepresenteerd. 

Joost: Nee, heel eenzijdig vaak. 

Petra: Al die kleine bakjes met drie sprietjes eruit. Als je dan je tuin wil aanleggen, dan is dat niet de eerste afdeling waar je dan gaat zoeken. Want je moet je er wel een voorstelling bij kunnen maken hoe dan zo’n plant er uiteindelijk uit komt te zien. 

Joost: Nee, zeker. Dus dat is of heel veel huiswerk of toch iemand in de hand nemen. Maar waar kies jij je vaste planten op dan? Op structuur of bloei? 

Petra: Nou, ik begin bij de kleur zoals je weet, Joost. 

Joost: Geel?

Petra: Nee, geen geel, roze, paars, wit en een beetje blauwig. Al die kleurtinten en af en toe een kleine uitspatting daartussen misschien met een accentje rood of heel misschien oranje. 

Joost: In dezelfde border dan? Of hebben dan verschillende border met kleurstijlen? 

Petra: Ja, ik maak wel verschillende kleurgroepen. Maar waar ik ze op uitkies: natuurlijk, eerst dus kleur, dan hoogte, bloeitijd. Ik vind het belangrijk dat je het hele seizoen natuurlijk bloei hebt, wat nu begint en dan doorloopt tot diep in oktober, sommigen zelfs tot in november. Dat het echt heel koud wordt. Ik heb nu ook geprobeerd in mijn nieuwe tuin, om natuurlijk alles te kiezen waar insecten, vlinders en bijen op afkomen. En wat ook in de winter structuur heeft. Want ja, dat is natuurlijk een ding van vaste planten, in de winter verdwijnen ze in principe onder de grond. En in het voorjaar komt het nieuwe groen er weer uit. We hebben het er denk ik al wel eens over gehad, maar ik ben heel erg grote fan van Piet Oudolf. Wat hij doet, hij speelt ook eigenlijk met structuren van de vaste planten in de winter. Dat wil ik dus ook proberen na te bootsen in mijn eigen tuin. 

Joost: Ja, hij is toch degene die gezegd heeft dat je kan een border kan indelen op structuur en de bloei moet je dan zien als kers op de taart. Daarom vroeg ik het ook natuurlijk. Ik vind wel een interessante. 

Petra: Veel mensen, die van een nette tuin houden gaan in oktober met schaar door de tuin en die halen dan al het dode of bijna afgestorven blad van de vaste planten weg.

Joost: Ik kan dat ook heel mooi vinden moet ik wel zeggen. 

Petra: Die kale aarde? 

Joost: Ja, op sommige plekken. De rust in de tuin, ik hou wel van rust in de tuin. Dat kun je dan ook de eerste meter te doen, je hoeft niet een hele grote kaalslag. Als je groene geraamte in de basis goed is, dan vindt dat op zich prima kunnen. 

Petra: Maar bijvoorbeeld Hosta, dat wordt natuurlijk gewoon een vieze drab. Dat soort dingen haal ik wel weg, maar als het planten zijn met een stevige structuur. Dan ga ik ze laten staan. Maar ja, mijn tuin is nu de jaar een, dus ik ben heel benieuwd wat het gaat worden. 

Joost: En je weet ook hoe je, als je wat omvallende planten hebt, een trucje hoe je dat stevig kan houden? 

Petra: Nee. Vertel?

Joost: Chelsea Chop!

Petra: Aha, daar lees je veel over op het moment. 

Joost: Ja, dat is ook een kwestie van proberen.

Petra: Wat is het? Eerst even uitleggen.

Joost: Ja, sorry. Je hebt een aantal planten, Phlox bijvoorbeeld, die hebben wel de neiging om hoog te worden, helemaal als je heel voedingsrijke bodem hebt, dan worden ze best wel hoog en worden ze slap. En dan kunnen ze omvallen door wind, regen, enzovoort. Door ze dan rond deze tijd eigenlijk te halveren, worden ze veel sterker, blijven ze lager uiteindelijk, de bloei blijft nagenoeg hetzelfde. Maar ze worden veel sterker dus ze vallen niet meer om. 

Petra: Ja, waarom ik dan twijfel is omdat ze nu al bloeien vind ik het eigenlijk ook weer zonde om ze af te knippen. Moet je dat dan doen voor de bloei?

Joost: Ja, je moet het voor de bloei doen. Dus de wat latere bloeiende vaste planten, Phlox, Sedum spectabiledat soort planten zijn er heel erg geschikt voor.

Petra: Oké, dan ga ik het proberen. 

Joost: Bij twijfel doen. 

Petra: Ik wil de bloemen. Het is natuurlijk wel een goede manier om de bloeitijd dan te verlengen. Als je een deel van je planten nu afknipt, en een deel gewoon laat gaan. 

Joost: Ik doe het ook wel eens bij mensen die dan op vakantie zijn of iets. Dan knip ik de hele boel kort, wat kan natuurlijk, en als ze terug zijn, dan hebben ze een hele frisse tuin. 

Petra: Dat is ook een goede. 

Joost: Je kan dat zien als je een plant in het hart kijkt en je ziet daar jonge scheuten, dat is eigenlijk een teken dat je het oude blad altijd weg kan halen want hij blijft gewoon doorgroeien. Dus zo kun je dan zien als het blad lelijk is, vaak bruine randen, een beetje verbrand in de zon of we geknakt enzovoort. Als je dan even in het hart kijkt, dan kun je in een oogopslag zien kan ik hier de bladeren weghalen of kan dat niet? En dan heb je binnen een paar weken een hele frisse plant erbij staan. 

Petra: Ja, er zijn denk nog twee dingen belangrijk voor vaste planten voordat we verdergaan. De eerste: je moet natuurlijk goed kijken of de plant geschikt is voor de zon. 

Joost: Ja, de standplaats. 

Petra: Schaduw of half schaduw. Kun je ongeveer aangeven van wat is nou half schaduw? Hoeveel zon hebben we het dan eigenlijk over op een dag?

Joost: Je kunt me altijd heel overvallen met dit soort dingen. Ik moet even denken, volgens mij was het: volle zon is zes uur en… je wil niet zeggen dat je gewoon een papiertje hebt? 

Petra: Nee, ik reken op jouw parate kennis. Maar volgens mij, als het een dagdeel in de schaduw is en dagdeel in de zon.

Joost: Er zijn wel richtlijnen voor, ik trek jullie gewoon massaal naar de site. Daar zetten we het gewoon allemaal neer.

Petra: Joost vertelt er niet bij dat ik dat dan kan oplossen.

Joost: Ja, precies. Maakt niet uit. Zes uur is volle zon en drie tot vier uur is half schaduw. Maar het maakt ook wel uit of het licht is, als je tegen een witte wand of onder een overkapping dat is echt donker. Dat is met schaduw precies zelfde. Het kan nog steeds wel schaduw zijn, maar vrij lichte plek en zo kun je daar wel een beetje mee spelen.

Petra: Ja, maar goed, iets wat zon nodig heeft. Als ze een plant zonnehoed heet, dan kun je wel raden waar je hem neer moet zetten. Zet hem dan niet in de schaduw, of onder een boom want dan gaat die het gewoon niet doen. En dat is zonde. 

Joost: Ja, en de reden van de schaduw plant, als je die in de zon zet, die verbranden meestal. Dus dat is dan ook zonde. 

Petra: Ja, want we willen ook wel graag bijdragen aan een beetje duurzaam tuinieren. En duurzaam betekent goed voor de wereld, maar betekent ook goed voor je portemonnee. En je kan beter 1 keer een goede plant kopen, dan dat je iedere drie maanden weer wat nieuws moet planten. Dus de tweede waar we het nog even over moesten hebben. Waar moet je op letten, tips, als je een vaste plant gaat kopen? 

Joost: Hoe doe jij dat? Als jij bij een kweker loopt? Hoe kies jij je planten uit? 

Petra: Ik kijk wel of er veel nieuwe blaadjes aanzitten bijvoorbeeld, dat het er fris uitziet. Dat het ook niet te sprieterig is. 

Joost: Ja, doorgeschoten of ja.

Petra: Ik koop de vaste planten in kleine potjes van negen bij negen. Die zien er niet aantrekkelijk uit natuurlijk, maar ik weet dat het goed komt. Dus ik loop nooit bij de grote potten van tien of vijftien of twintig euro waar al een hele volle plant in bloei staat. Het moet er gewoon gezond uitzien. 

Joost: Ja, precies. Dat zegt al heel veel. Helaas zijn er wel trucjes voor om het er heel gezond eruit te laten zien, door in kas op te kweken. Dan is het vaak wat gerekt of het is toch wat zwakker. 

Petra: Hoe zie je dat dan?

Joost: Mijn tip is eigenlijk, trek er eens een pot af. Bij een negen bij negen is dat vrij makkelijk, maar ook bij de struiken en eigenlijk alles, trek de pot eraf. En kijk hoe die geworteld is. Je ziet al dat heel snel, de prijs wordt bepaald door de potmaat. Dus het is heel aantrekkelijk om een kleine plant in een grote pot te zetten. Maar als je dan de plant uit de pot haalt en de hele kluit valt uit elkaar. Dan weet je gewoon, die is er of net ingezet of die moet gewoon echt even tijd hebben.

Petra: of hij is uitgedroogd. 

Joost: Zo kun je dat echt wel herkennen. Dan heeft hij gewoon een mooie goede kluit. Je kunt ook vaak wel aan de onderkant van de pot zien. Als daar de wortels al uitkomen, dan weet je gewoon, dat is gewoon een goede plant. Dan heb je een goede basis met een hoge slagingskans.

Petra: Ja, oké. Goede tip. Dank je wel. 

26:16 De grassen

Petra: Dan gaan we door, de grassen. 

Joost: Je zei het net al even, voordat ik het vergeet, met die potmaat. Dat je zelf een vaste planten gauw P9 kiest, negen bij negen centimeter. Voor vaste planten zou ik dat zeker doen. Voor grassen zou ik eigenlijk altijd een maatje groter nemen. Dus C2, dat is twee liter of anderhalf. Want die hebben toch wat meer tijd nodig om een pol te vormen. En die kies ik dan eigenlijk altijd wel een maat groter. 

Petra: Nou, dat is wel een goede, want ik zie dat nu ook in mijn eigen tuin. Ik heb ook veel gras erin gezet. Daar kun je naar blijven kijken. Maar dat gaat denk ik nog twee jaar duren voordat dat echt serieuze pollen worden. En er zijn er ook een paar die de winter dus niet overgekomen zijn.

Joost: Dan is een wat grotere pol, dus wat ik zei, C2 of anderhalf wel beter. Dan zijn ze ook wat sterker, wat beter bestand tegen vorst en dat soort dingen. En dan heb je gelijk wat moois. 

Petra: Ja, is er eigenlijk een verschil tussen een gras en een vaste planten. 

Joost: Ongetwijfeld

Petra: Het is wel echt een andere categorie planten toch?

Joost: Ja grassen zijn echt een buitencategorie. 

Petra: Ja, maar je hebt sommige soorten die blijven wel groen in de winter en anderen die verdwijnen. Wat doen grassen in je border?

Joost: Ja, die geven heel veel structuur. Een bepaalde sfeer, het losse van gras, het waait in de wind. De bloei vorm is vaak ook wel een gewoon sierwaarde. Maar ook eigenlijk vooral wel bepaalt het winterbeeld. Het dorre gras, ik vind het heel mooi. 

Petra: Het leuke is, ik was vroeger niet zo’n fan van gas. Maar ik begin het steeds meer te waarderen. 

Joost: Ja, dat kan ik me voorstellen.

Petra: Dat sprieterige.

Joost: Dat sprieterige, ja dat is ook een beetje hetzelfde met bamboe. Het waait lekker in de wind, het geeft een beetje een los karakter. En als je dat combineert met wat strakke elementen, door middel van hagen of blokken of bollen enzovoort. Dat vind ik altijd een mooi contrast. 

Petra: Dat past goed in de natuurlijke tuin en ook in een klimaatbestendige tuin. Want veel grassen zijn natuurlijk goed bestand tegen droogte en kun je ze dus ook op de meest zonnige plekken in je tuin neerzetten, toch? 

Joost: Ja, sterker nog, houd er rekening dat als je ze plant, plant ze altijd wat hoger. Dus een beetje op een eilandje zeg ik altijd. Dat is puur omdat ze niet van natte voeten houden. 

Petra: Wat moet je aan onderhoud doen voor grassen?

Joost: Niet zoveel. Het is een gras, lekker zijn ding laten doen. En hou je wel van het najaarsbeeld, lekker laten staan en dan in het voorjaar, als de eerste sprieten komen, het eerste groen erdoorheen komt, dan knip je ze af. 

Petra: Ja, hoe hoog?

Joost: Dat is niet echt een vuist regel, dat verschilt een beetje per soort. Maar om veilig te zijn, zou ik zeggen tien, vijftien centimeter. 

Petra: Ja, niet echt in het hart, maar gewoon net iets erboven. Waar je ziet dat er losse stelen beginnen. 

Joost: Ja, en wees niet bang om het nieuwe groene af te knippen. Dat dat maakt niet uit, het is een gras, je kunt het ook maaien. 

Petra: Haha. Ja, klopt. Daar kun je heel druk mee zijn. Dat hebben we er eigenlijk niet bijgezet, grassen. Een gazon.

Joost: Een gazon, dat is echt een ding apart.

Petra: Gaan we een andere aflevering over praten dan.

Joost: Zullen we dan doen?

Petra: Ja, doen we zeker. Maar dat kan je natuurlijk wel goed gebruiken om je tuin een leuk aanzicht te geven. 

Joost: Ja, en het blijft heerlijk om te liggen. 

Petra: Ja, dan zijn we bij de laatste twee categorieën, de één- en tweejarige. Daar hebben we het natuurlijk ook al even kort over gehad. En als laatste gaan we het nog hebben over de bollen. Wat wil je nog vertellen? Wat is het verschil tussen één- en tweejarige?

Joost: Wat je zegt, je hebt, stokrozen zijn daar geloof ik een voorbeeld van, die zaaien zich uit en het eerste jaar is dat voornamelijk groen en het tweede jaar heb je pas de bloei. En dan gaat de cyclus weer overnieuw. 

Petra: En dan sterft hij. Het kenmerk van een één- of tweejarige is, na de bloei gaat hij dood en hij produceert veel zaad waarschijnlijk, want anders zou die helemaal verdwijnen.

Joost: Wij of ik gebruik de term eenjarige, misschien is perkgoed dan een beter woord. Dat zijn vaak mediterrane planten die in Nederland zijn geïntroduceerd voor een zomerbeeld. En die absoluut niet tegen vorst of vocht kunnen. Dus ja, dat is misschien wel waarom de term eenjarig bij mij zo is. En tweejarige, dat is weer een andere tak van sport. 

Petra: Ja, oké, maar goed. Je hebt heel veel leuke soorten, je hebt bijvoorbeeld de akelei, die zie je nu veel. Die wandelt ook bij mij door de hele tuin. En het ene jaar zijn ze paars en het andere jaar weer roze.

Joost: Ja, helemaal voor natuurlijk opgebouwde tuin is dat heel mooi. Lekker laten staan, zeker. Je kan ze ook eruit te halen als je ze op ongewenste plek hebt en allemaal bij elkaar zetten. Zet hem dan wel, in ieder geval dat zou ik doen, bij ene heester die nog niet helemaal in blad staat of iets want als de akelei uitgebloeid is, dan ben ik er ook wel weer klaar mee. 

Petra: Haha, dan is het niet al te fraai nee. Maar dat is ook zo’n plant daar kan je gewoon in het tuincentrum vijftien euro voor betalen. Ik zou zeggen kijk eventjes of je vrienden hem tuin hebben staan, wacht nog even tot die zaad heeft. En dan kan je hem gewoon heel makkelijk zelf uitzaaien en heb je volgend jaar je tuin ermee vol. 

Joost: Ja, super.

Petra: Dus dat is ook het leuke van eenjarige, die kun je zelf overal verzamelen?

Joost: Ja, de Digitalis is ook zo’n voorbeeld, de vergeet-me-niet. Wandelt lekker door je tuin heen. 

32:11 De bollen

Petra: Zeker, dan de laatste: de bollen. Het is niet echt de tijd van het jaar, de laatste bloeien misschien nog. 

Joost: We moeten ze natuurlijk wel even vermelden.

Petra: We moeten ze wel even benoemen.

Joost: We moeten er inderdaad niet te veel op ingaan.

Petra: Nou, we gaan nog een aparte aflevering over bollen doen. 

Joost: Ja, precies. 

Petra: Het kenmerk van bollen is natuurlijk dat je ze in het najaar in je tuin zet, dus daar gaan we in september over praten. Maar wat is een bol? Je hebt ook knollen en wortelstokken en dat soort dingen maar even globaal wat onderscheidt deze planten van de vaste planten? 

Joost: We kennen het allemaal wel, de bol. En een bol is een op zichzelf staand iets. Alle voeding zit erin, dus als je een bol koopt ben je gegarandeerd voor de eerste bloei in ieder geval, dat zit allemaal in die bol. Als je hem doorknipt zie je het ook. Dan is hij helemaal opgebouwd, helemaal ready to go, en als de temperatuur goed is, dan begint hij te groeien, komt hij uit. En als hij uitgebloeid is, moet ook die voeding weer terugkomen in die bol. Dat kun je doen door middel van bemesting, maar ook vooral het loof laten staan.

Petra: Het loof laten liggen ja.

Joost: De bloemen zou ik altijd wel afknippen. 

Petra: Want als je de bloemen laat zitten, gaat de bol zaad produceren en dat gaat ten koste van de energie. 

Joost: Ja, en je hebt parasieten die hun eitjes in de bloem leggen en dan wordt het ook meegetrokken in de bol. En wordt het van binnenuit opgevreten. 

Petra: Dan komen ze ook niet terug. De meeste bollen zijn natuurlijk voorjaarsbloeiers maar er zijn ook wel degelijk najaarsbloeiers. 

Joost: Ja, en zomerbloeiers heb je ook wel wat van. Bijvoorbeeld de Alliums. Dahlia’s zijn weer knollen. Ja, wel heel gaaf trouwens, maar goed dat terzijde. Voor de bollen moeten we gewoon even die andere podcast aan wijden. 

Petra: Ja, een andere aflevering maken. 

Joost: Alliums vind ik wel echt de een van mijn favorieten. 

Petra: Ja, die staan trouwens bij mij ook op springen. 

Joost: Ja, ze zaaien ook mooi uit. 

Petra: Ow ja? Dat wist ik nog niet. Ik heb al aardig wat. 

Joost: We hebben eigenlijk ja, even terzijde, kuipplanten hebben we natuurlijk niet besproken. Het is een beetje ouderwets dingetje. De lantana’s, de Bougainvilles, vaak worden die overgehouden in een schuur, in een kas, als je schuur een beetje licht is. Ja, die kunnen nu natuurlijk ook weer massaal naar buiten. 

Petra: Maar wat is een kuipplant? Dat is eigenlijk een struik toch? 

Joost: Ja, of bij wijze van spreken een kamerplant die gewoon niet tegen vorst kan. Vaak wat grotere exemplaren wat gewoon zonde is om elk jaar te kopen, wat je met eenjarige doet. Die hou je dan over in een kas of in een vorst vrije omgeving, als het maar licht is. En die zet je dat nu weer buiten. Oleanders, lantana’s.

Petra: Olijfbomen? Vind je dat ook? 

Joost: Nee, die zijn op zich best wel. 

Petra: Die kun je ook in de grond zetten. 

Joost: Die moet gewoon absoluut geen natte voeten hebben, dan kunnen ze wel wat vorst hebben. 

Petra: Ja, een goede toevoeging inderdaad. Want kuipplanten kunt je goed gebruiken om je terras ook bij tuin te betrekken.

Joost: Ja, wat ik al zei, eenjarig is vaak wat klein en zoek je wat groters in de vorm van heesters en dat soort dingen dan kom je op kuipplanten uit. 

Petra: Ik denk dat je met deze informatie goed beslagen het tuincentrum in kan toch, of naar de kweker? 

Joost: Ik verwacht alleen maar mooie tuinen hier. 

Petra: Laten we het dan ook hier maar bij houden voor wat betreft de planten. Ja, Joost, wat we altijd doen aan het eind. 

Joost: Ja, zijn we al aan het eind, want ik wil nog wel even…

Petra: Ben nog wat vergeten? 

Joost: Heb jij nu het idee dat als je dit hoort, ik kan aan de gang?

Petra: Nou ja, vind ik wel. Kijk ik zou dus in ieder geval mijn take-a-way is ga niet voor die grote potten. Wees iets geduldiger, koop die kleine potten. Kijk goed naar de kwaliteit van de plantjes door even het bakje eraf te trekken. Zeker natuurlijk als je hele dure planten koopt zoals een boom of een struik zodat je zeker weet dat het een goede kwaliteit is. En dat die plant er gewoon lekker vers uitziet. 

Joost: Ja, maar we hebben het natuurlijk alleen maar over beplanting en structuur en opbouw gehad. Maar we hebben natuurlijk nog helemaal niet over de grond gehad. Gaan dat nog aansnijden? Het hoort er natuurlijk wel bij. Mijn advies is wel dat als je nieuwe planten zet, doe er altijd gewoon wel even wat potgrond bij voor het eerst aanslaan. Dat zorgt ervoor dat er goed vocht vasthoudt, dat vinden de eerste wortels altijd wel fijn en voor voeding natuurlijk. Voor de rest, voor de hele bodem komen we nog een keer op terug. 

Petra: Ja, dat is waar. Je maakt een goed punt, daar was ik inderdaad alweer voorbij gelopen. Ook als je ze in de aarde zet, goed water geven, dompel hem eerst even in een bak met water. Of leg de tuinslang in het plantgat als je hem erin hebt gezet, zodat de aarde van de struik of plant echt goed doorweekt is. Dan het plantgat dicht met verse aarde en een beetje van de aarde die er al lag. En dan ook elke dag nog even water geven voorlopig? 

Joost: Ja, helemaal heesters die al een aardige pruik hebben, een aardig bladerdek hebben. Al het regenwater valt natuurlijk gewoon keurig naast de kluit. Dus daar hebben ze gewoon niks aan. Dus zorg er wel voor dat ze goed bij de kluit of in de kluit gewoon goed water hebben. 

Petra: Ja, heel goed. 

Joost: En een beetje aandrukken dat de lucht er een beetje uit is, dan komt het helemaal goed. 

Petra: Zijn er nog meer dingen belangrijk die we moeten weten voordat ik te snel ben?

Joost: Heb je een afspraak ofzo, moet je weg? 

Petra: Tuinieren.

Joost: Precies, je wilt aan de gang. Nee, volgens mij hebben we het wel. Ja we kunnen natuurlijk, ik doe niet anders dan over tuinen praten dus ik kan nog wel even door, jij ook.

Petra: Dan stoppen we er nu mee. Dan gaan we naar de tuinfavoriet. 

38:25 De tuinfavoriet

Joost: Ja, de hemerocallis, de daglelie. Gaaf ding. 

Petra: Ziet die eruit zoals een lelie die we kennen uit de bossen bloemen? 

Joost: Nee, ik moet wel zeggen dat ik elke keer met de tuinfavoriet dat je geconfronteerd wordt dat ik een truttige smaak hebt misschien. 

Petra: Ik heb geen oordeel.

Joost: Jammer dit. Maar het is wederom wel weer een beetje een ouderwetse plant maar daardoor wel misschien een beetje vergeten. En ik vind hem wel echt de moeite waard. Helemaal in grote groepen, het is wel geel. 

Petra: Ik wilde net zeggen, hij past volgens mij heel goed in jouw “Haribo-tuin”. Met lelies heb ik er we een beeld van felle kleuren, grote bloemen, een beetje tropische looks. 

Joost: Ja, dat heeft hij wel, hij is een beetje grassig, zo begint hij. Hij is kaal ’s winters. Hij komt op en dan lijkt het net een beetje grassig. En dan de bloei, elke dag een nieuwe. 

Petra: Ja, daar ontleent hij ook zijn naam aan, denk ik. 

Joost: Ja. 

Petra: Nou, hartstikke mooi. Ik ga de foto’s erbij opzoeken. Dan kunnen we hem allemaal bewonderen op de site? 

Joost: Ik heb je weer goed huiswerk bezorgd. 

Petra: Ja, dank je wel. 

Joost: Kleine moeite. 

Petra: Dat was heb denk ik voor vandaag. 

Joost: Ja, ik heb het gevoel dat ik wat vergeten was, maar anders komt dat de volgende keer. 

Petra: Ja, over twee weken, de volgende aflevering is met Marieke Nolsen. Hebben we eindelijk een nieuwe tuin fanaat weer aan de tafel. Iemand die zelf de tuin aanlegt. Dus niet een tuinarchitect of een hovenier.

Joost: Geen vakidioot, heerlijk.

Petra: Maar ze is er professioneel mee bezig maar het is ook echt haar passie. Ik vind het heel leuk om met haar te praten over hoe zij over de loop der jaren de tuin heeft ontwikkeld. 

Joost: Ik ben heel benieuwd. Ja, ik vind het echt leuk, die dynamiek dan zo. Ja, ik ben gewoon heel benieuwd wat voor een probleem ze tegenaan loopt en hoe ze er tegenaan kijkt. Welke fouten zijn gemaakt. 

Petra: Smeuïge verhalen. 

Joost: Ja, natuurlijk. Ik ben van de partij. 

Petra: Goed, dit was het dan weer, de vierde aflevering van tuinierkwartier. Kijk ook op onze Instagram en de website. En vergeet natuurlijk ook niet te abonneren op deze podcast als je direct wil weten wanneer we een nieuwe aflevering lanceren? En vergeet ik niet om al je tuinvrienden erover te vertellen. 

Joost: Nee, hoe meer, hoe beter. 

Petra: Ja, bedankt voor het luisteren en tot de volgende keer.

Joost: Tot de volgende keer. Maar hebben nog een klein dingetje?

Petra: Ja, wat dan? 

Joost: Nou zijn we niet ook op YouTube vinden? 

Petra: Ja, dat zit ook nog niet in het systeem. Deze aflevering komt ook op YouTube. 

Joost: Ja, ik ben benieuwd. Ze zeggen altijd dat ik een onwijs radiohoofd hebt, dus ik ben heel benieuwd hoe de reacties zijn.

Petra: We zullen het horen. Oké, als je ons wil mailen met tips of wil je zelf in de uitzending, kan allemaal. joost@tuinierkwartier.nl en petra@tuinierkwartier.nl 

Joost: Ja, kom maar op met die vraag. 

Petra: Tot de volgende keer.

Joost: Tot de volgende keer.