#16 Een boom in elke tuin

Bomen zijn in alle seizoen een aanvulling voor elke tuin

Voordat we met onze gast over bomen gaan praten, beginnen we deze aflevering weer met een luisteraarsvraag. De vraag luidt: Wanneer snoei je de rozen?

Wanneer snoei je rozen?

Deze aflevering wordt in december uitgezonden, en dan zou je nog wel kunnen snoeien, maar dat is niet aan te raden omdat je dan meer kans hebt op bevriezing van de takken. De beste tijd om rozen te snoeien is vanaf maart en na de vorst. Zeker als er rozenbottels aan de rozen zouden wij de roos lekker zo laten staan. Het staat leuk en voorziet in voedsel voor dieren dus zouden wij lekker wachten met snoeien tot in het voorjaar en na de vorst.

Trek voordat je gaat snoeien handschoenen aan zodat je geen doorns in je vingers krijgt en neem een scherpe en schone snoeischaar om de takken te knippen. Er zijn hele websites vol te vinden over hoe je rozen precies zou moeten snoeien voor de mooiste resultaten. Wij beperken ons hier tot de basisregels om het niet te ingewikkeld te maken.

Een goede richtlijn is dat je de zijtakken van de hoofdtakken terugsnoeit tot 2 ‘ogen’. Een oog is een toekomstige knop. Je knipt de tak dus schuin af, ongeveer een centimeter boven de 2e knop. Uit die knop zal in het voorjaar een nieuw takje groeien.

Met de manier waarop je snoeit kan je ook de vorm van je rozenstruik sturen. Let er bijvoorbeeld op dat de hoofdtakken niet schuren en elkaar in de weg zitten. Is dit het geval, knip dan 1 van de 2 weg.

De zijtakken die je snoeit, knip je zodanig weg dat het 2e oog altijd naar de buitenkant van de plant ‘wijst’. Hierdoor groeit de rozenstruik straks mooi uit en blijft hij aan de binnenkant licht en luchtig.

Bij leirozen, laat je de horizontale takken zitten en knip je ook hier de zijtakken af tot boven het 2e oog.

Foto: roos snoeien (volgt nog)

Bijschrift: let op dat je ruim boven het oog schuin afknipt met de “hoge kant” boven het oog

Een boom in elke tuin

In deze aflevering hebben we Just Bleekemolen te gast, bomenspecialist en ‘boomchirurg’. Just is al 30 jaar voor zijn vak bezig met bomen en is oprichter van Bleekemolen Bomen uit Eemnes.

Ook in het gesprek met Just komen we al snel weer op de bodem. De gezondheid van de boom is voor een groot deel afhankelijk van de kwaliteit van de bodem.

Ook al heb je een hele kleine tuin, zelfs dan zou je eigenlijk een boom in je tuin moeten zetten. Je krijgt niet alleen meer gevoel bij de natuur, maar je kan er ook lelijk uitzicht mee camoufleren. En daarnaast is een boom een bron van leven voor insecten, vogels en ander tuinleven.

Afhankelijk van de maat van je tuin kies je een boom die hierbij past. Dit gaat niet alleen over de volwassen hoogte van de boom, maar ook hoe breed de boom uit zal groeien.

In de bomenleer wordt het onderscheid gemaakt tussen verschillende categorieën die de hoogte aanduiden van de bomen:

Bomen van de eerste klasse zoals eiken, beuken, kastanjes en lindes worden 20-25 meter hoog. Bomen van de tweede klasse zoals berken en esdoorns worden ook vrij hoog. Voor een kleinere tuin kun je beter bomen kiezen uit de derde klasse, deze worden 4 tot 5 meter hoog. Hierin vallen bijvoorbeeld meidoorn, magnolia, appelboom, prunus en veel fruitbomen.

Daarnaast is het raadzaam om goed na te denken en je goed te informeren over andere eisen die je aan de boom stelt, bijvoorbeeld hoe breed deze mag worden, wil je herfstkleur of fruit. Of liever een groenblijvende boom.

Een collega van Just aan het werk in een kastanjeboom

Gezondheid van de boom

Heb je al een boom in je tuin, kun je aan een aantal dingen zien of de boom nog gezond is. Heeft de boom minder of kleiner blad dan voorheen, meer dood hout dan normaal, dan kan het zijn dat de boom ziek is of dat de bodem extra voedingsstoffen nodig heeft. Zwammen op de stam of onder de boom duiden niet per sé op ziektes, sommige soorten werken juist in symbiose met de boom waardoor voedingsstoffen beter worden opgenomen.

Qua verzorging zijn bomen eigenlijk niet zo moeilijk, de wortels van de boom vinden hun weg wel naar waar het water of de voedingsstoffen in de bodem te vinden zijn. Wil je de boom toch bijmesten dan doe je dat niet dichtbij de stam. Je kijkt naar de kroon van de boom en trekt dan rond de omtrek van de kroon een denkbeeldige cirkel op de grond. Hier zitten de haarvaten van het wortelgestel van de boom. Op die rand breng je voedingsstoffen zoals beendermeel in de bodem.

We praten ook nog even over de droogte van de afgelopen jaren. Bomen kunnen hier zeker last van hebben ook al gaan de wortels diep de grond in. Staat je boom bij een carport of een schuurtje, laat dan de hemelwaterafvoer afwateren op de aarde en niet het riool zodat je boom genoeg water krijgt.