Tuinmomenten: snoeitijd!
Dit is wel het moment om alle hagen en strakke vormen in de tuin te snoeien als je dat nog niet gedaan hebt. De buxus heb je misschien al wat eerder gedaan, zelf doe ik dat liever in juni omdat het er ook mooier uitziet. Maar beukhaag, taxus, klimop, dat kun je allemaal nu wel doen.
De tip van Joost is ook, wees niet te voorzichtig! Knip goed terug zodat je struik niet elk jaar een stukje groter wordt.
Martin Stevens over wilde planten
Onze gast in deze aflevering is Martin Stevens van Kas & Co. Martin is een groot voorstander van het gebruiken van wilde planten in je tuin. Maar wat is een wilde plant? Is dit niet ‘gewoon’ wat wij onkruid noemen? En hoe hou je je tuin toch aantrekkelijk zonder dat het een wildernis wordt met al die wilde planten?
Gelukkig legt Martin ons al snel uit dat veel wilde planten in je tuin niet hetzelfde is als een verwilderde tuin. Wilde planten zijn planten die zichzelf kunnen uitzaaien en verspreiden. En dan ook nog soorten die van oudsher in een bepaald gebied voorkomen. Dit noemen we dan een inheemse plant.
Het gebied wat voor Nederland inheems is zoals Martin dat afbakent, strekt zich uit tot ver in Duitsland, tot aan de Elbe. In het zuiden wordt dit gebied begrensd door de Marne en de Seine, en in het Westen natuurlijk de Noordzee. Het klimaat in dit gebied is redelijk gelijk en de dieren die in dit gebied voorkomen herkennen deze planten ook.
En Martin doet ook gewoon aan onderhoud van zijn tuin: de rol van de grote grazers neemt hij over door alles wat te ver woekert en ongewenste soorten weg te nemen. In de winter laat hij wel alles liggen zodat de dieren kunnen overwinteren.
Het belang van wilde planten in je tuin
Inheemse planten komen al eeuwenlang voor in dit gebied en worden door de dieren herkend als voedselbron en gebruikt als schuilplaats of te jagen op prooien. Veel van die insecten herkennen niet-inheemse planten niet als voedselbron.
Een inheemse plant trekt namelijk niet alleen de voor ons zichtbare insecten aan als bijen en vlinders, maar een heel ecosysteem van tot wel 500 verschillende roofinsecten, luizen, schimmels en vogels.
Ook binnen de insecten en vlinders bestaan alleseters zoals het koolwitje, honingbijen en hommels, die zijn minder kieskeurig en zullen ook op die “importplant” voedsel halen, maar zouden we alleen deze planten in de tuin zetten reduceer je de biodiversiteit van honderden, misschien wel duizenden soorten dieren naar slechts een handjevol.
Dus kijk ook goed rond in je tuin welke insecten zie je? Zijn het vooral die alleseters? Dan kan je wilde planten bijplanten om de natuur een handje te helpen.
De top 10 van Martin
Martin heeft een eigen top 10 samengesteld van planten die er aantrekkelijk uitzien en het goed doen in onze tuinen. Deze planten een waardevolle voedselbron voor de dieren in je tuin. Kijk op www.wildetuinplanten.com voor meer foto’s bij de namen.
- Prachtklokje, Campanula persicifolia
- Wilde marjolein, Origanum vulgate
- Knoopkruid, Centaurea jacea
- Gevlekte dovenetel, Lamium maculatum
- Lange ereprijs, Veronica Longifolia
- Beemdooievaarsbek, Geranium pratense
- Ruige Leeuwentand, Leontondon hispidus
- Beemdkroon, Knautia arvensis
- Muskuskaasjeskruid, malve moschata
- Gewone Margriet, Leucanthum vulgaire
Zoek verder in je tuincentrum of kweker naar biologische planten.
Als je meer wilt weten over wilde planten, er is online veel informatie te vinden. We hebben hier een aantal bronnen voor je op een rij gezet:
- De facebookgroep van Martin Stevens is een fantastische plek om te beginnen.
- De website www.wildetuinplanten.com. Hier vind je informatie over de wilde planten top 10 en de kwekerij van Martin: Kas&Co.
- Cruydthoeck, wilde plantenkwekerij.
- Mijn Heuvelrugtuin voor tips over welke inheemse planten je kan kiezen voor de zandgrond, met verkoopadressen die dit assortiment ook aanbieden.
- De beste app om wilde planten te identificeren op basis van foto’s, en gratis! ObsIdentify
- Wil je met hulp je tuin natuur-rijker maken, kun je via Wilde Weelde in contact komen met hoveniers, kwekers en tuinontwerpers die deze kennis in huis hebben.
00:00 Introductie
01:39 Tuinmoment
6:57 Interview
30:25 Tuinfavoriet
00:00 Introductie
Petra: We gaan beginnen met aflevering 7 van Tuinierkwartier.
Joost: Alweer, ja.
Petra: Ja, de podcast over tuinieren in Nederland. En vandaag gaan we het hebben over de natuurrijke tuin. Wat dat is en hoe je dat voor elkaar krijgt. We hebben een gast, Martin Stevens van Kas&Co. Martin heeft ook een heel leuk boek geschreven. Dat heet: Tuinieren met wilde planten. We gaan met Martin in gesprek over wat een natuurrijke tuin is. Dat belooft een hele interessante aflevering te worden, dat weet ik nu al.
Joost: Ja, ik kijk er wel naar uit.
Petra: Ja, ik ben heel benieuwd. Inmiddels weet je het Joost, wat mijn volgende vraag gaat worden?
Joost: We moeten elkaar eerst nog voorstellen enz. je slaat de helft over. Ik ben helemaal in paniek.
Petra: Ja, sorry. Ik ben Petra Vijverberg.
Joost: Ik ben Joost van Rooijen.
Petra: En samen maken wij dus het Tuinierkwartier.
Joost: Jazeker. Ja, het tuinmoment ga je vragen.
Petra: Ja, en even welkom aan alle luisteraars.
Joost: Welkom alle luisteraars.
Petra: Dit is echt een nu al een grote chaos.
Joost: Ja, prachtig. Ik houd ervan.
Petra: Oké.
Joost: Ik zie Petra alweer de haren overeind gaan staan. Maar nee, ik hou er wel van. Welkom alle luisteraars, jazeker. Het gaat goed met de luisteraars, 1200. Super toch?
Petra: Heel leuk.
Joost: Ja, dat zeg ik nu op dit moment.
Petra: En het groeit.
Joost: Want de aflevering 7, dan zitten we zeker op 2000. Nee, mooi. Tuinmoment.
01:39 Tuinmoment
Joost: Ja. Ik pak ‘m even van je af. Jammer dat ik eerder ben hè?
Petra: Ik ga nooit meer wat verklappen.
Joost: Nee. Snoeien, dat is gewoon deze tijd. Maar, ik zal hem niet helemaal van je afpakken, want ik vind ook wel dat nu kun je ook wel genieten dat alle planten helemaal volgroeid zijn. En ja, daar zie je ook de uitwerking van dat je ook minder onkruid hebt, of ziet. De uitwerking is hetzelfde. Ja, daar hou ik ook wel van. Je ziet ook gelijk alle uitdagingen met snoeien, het is altijd lastig om in een vaste planten border dan de haag te gaan snoeien, dan denk ik had ik toch maar een paadje gehouden of iets dergelijks. Dat is soms wat kunst- en vliegwerk. Maar dat is het tuinmomentje.
Petra: Ja, leuk. Mijn tuinmoment gaat ook over snoeien.
Joost: Ja, wist ik.
Petra: Dat wist jij inderdaad. Bedankt voor het stelen van mijn tuinmoment. Maar ja, ik snoei de beuk of ja, het zijn Carpinus eigenlijk.
Petra: Laurier, de buxus heb ik al gedaan wat eerder. En ook de klimop natuurlijk. Ik heb een lange afscheiding van klimop in de tuin.
Joost: Maar ik moet even inhaken, want hoe is het met de buxus?
Petra: Nou ik heb hoop, een klein beetje hoop dat mijn ene buxus die bijna dood leek te gaan, dat hij het toch overleeft. Hij geeft een heel klein beetje groene gloed achter al die gele en bruine blaadjes.
Joost: Ja, hij gaat het redden.
Petra: Ik hoop het echt zo. Ja, maar goed, het snoeien. Ik wil nog even wat zeggen over snoeien. Dat ik het leuk vind van snoeien, het is natuurlijk onwijs veel werk, maar dat daarna het zo mooi strak is. En dat dan al die vaste planten allemaal mooi uitkomt.
Joost: Contrast hè.
Petra: Dat contrast is leuk.
Joost: Ik vind dat wel een van belangrijkste dingen in een tuin. Strakke elementen. Of dat nou een blok is middenin een border of een haag. Het moet gewoon strak zijn.
Petra: Voor mijn doen ben ik ook laat met snoeien trouwens. Normaal doe ik het wat eerder, in juni zo’n beetje rond midden juni. Maar ik heb het advies van Alewijn de Bruijn opgevolgd uit een van onze eerdere afleveringen. Die zei van nee, doe dat gewoon wat later. Dan hoef je dat maar een keer te doen en dan blijft het de hele zomer mooi.
Joost: Ja, is wel zo. Je zegt het zelf wel, met de buxus kom je daar gewoon niet altijd op uit. En ik vind ook wel…
Petra: Ik vind het gewoon mooier.
Joost: Ja, en de buxus, ik vind ze wel mooier worden als je die gewoon twee keer per jaar snoeit. Dan in september, oktober nog een keertje.
Petra: Precies.
Joost: Dan lopen ze nog een heel klein beetje uit. Dan zijn ze eigenlijk op hun mooist, vind ik. Dan gaan ze gewoon goed.
Petra: Ja, dat vind ik ook. En taxus, ik heb ook aardig wat taxus.
Joost: Die gaan echt nog een groeispurt krijgen in september.
Petra: Klopt, maar die doe ik ook altijd twee keer. Dat vindt niet erg. Soms deed ik de buxus ook wel eens in maart en dan nog een keer in juni en dan nog een keer in najaar.
Joost: Er is niks mis mee.
Petra: Het is een soort werkverschaffing voor jezelf.
Joost: Ja, precies.
Petra: Dus dat heb ik dit jaar niet gedaan.
Joost: Maar je ziet, zelf weet ik wel aardig wat ik doe. Maar je ziet bij particulieren wel vaak dat ze toch elke keer te voorzichtig zijn met snoeien. Dus dat zo’n buxus toch weer een elk jaar centimetertje snoept.
Petra: Ja, dat hij groter wordt.
Joost: Dat hij groter wordt.
Petra: Dat is zonde. Dan wordt hij veel te los.
Joost: Als je daar moeite mee hebt, kun je beter zeggen ik snoei wat vaker. Waardoor je ze gewoon beter in de perken houdt.
Petra: Ja.
Martin: Heb je die buxus wel eens gezien in het wild?
Petra: Nee.
Joost: Ja, ik heb wel ergens in een oude tuin heb ik een buxus staan. Dat is zo’n groot bladerige, een gigantisch ding is dat.
Martin: Ja, in Zuid-België, de Viroinval, daar heb je nog oude buxusbossen. Toen ze daar stopten met de schapenbegrazing gingen die doorgroeien, dat is de Europese buxus, die dus helemaal niet zoveel aangetast wordt.
Joost: Nee, dat is die met de grotere bladen geloof ik.
Martin: Iets groter blad ja. Het is vier, vijf meter hoog en er groeit niks onder. Het is echt heel aparte gewaarwording.
Joost: Dat moet ik wel eigenlijk een keertje zien. Gewoon een bos van buxus.
Petra: Ja, dat lijkt me ook bijzonder.
Joost: Dat is toch waanzinnig.
Martin: Ik heb er foto’s van gemaakt. Dus je kan het een keer zien, maar je kan er ook naar toegaan, het is een prachtig gebied, ook om te lopen. Het is een stuk van de Ardennen waar kalk insteekt vanuit Noord-Frankrijk zo’n beetje naar Luxemburg toe, het is een strook waar dan de Maas België instroomt, maar omdat er kalk is de rest van de Ardennen is zuur krijg je natuurlijk ontzettend veel overgangen waar dus erg veel bijzondere natuur tegenkomt. Er gaan ook heel veel onderzoekers altijd naartoe. Universiteiten gaan ernaartoe voor cursussen omdat het daar zo bijzonder is. Als je daar bovenop ook nog eens een keer die de buxus bossen hebt, is ook een heel apart.
Joost: Ja, dat lijkt me wel, ja dan lijkt me wel gaaf om te zien. Ik wil graag de foto’s van je hebben, dan kan ik ze op de site zetten. Dan kunnen de mensen het zien.
6:57 Interview
Petra: Je hoorde hem al even, Martin.
Joost: Ja.
Martin: We gaan het met jou hebben over de natuurriijke tuin. Maar voordat we de diepte ingaan, vertellen eens, wie ben je en waar hou jij je mee bezig?
Martin: Ja, ik ben Martin Stevens en ik hou me vooral op dit moment bezig met het kweken van wilde planten. En mensen dus enthousiast maken om meer met wilde planten te gaan werken. En ook kwekers te interesseren om wilde planten, echt wilde planten van hier, in het assortiment op te nemen zodat je daar een klein beetje de biodiversiteit ook in de stedelijke omgeving kunt helpen.
Petra: Voor met name de planten en de biodiversiteit van planten.
Martin: Nee, dat is een beetje een misvatting. We zetten zoveel mogelijke verschillende planten in en dan help je de biodiversiteit. Maar zo is het niet. Het gaat vooral om het geheel. Kijk we horen van alles en nog wat over het teruglopen van de insecten, van de vogels, eigenlijk van alle dieren. De hele natuur is helemaal op z’n retour dankzij ons grootschalige grondgebruik wat wij als mensen op de aarde hebben. Als je dus die insecten, vlinders, bijen, die zijn de meest aansprekende insecten dan voor mensen. Als ze dan zeggen van goh die zie ik niet meer in de tuin. Ja, hoe krijg je die daar nou? Nou, je kunt een vlinderstruik erin zetten, dan komen vijf soorten vlinders en drie soorten bijen op af. Maar als je wilde planten hebt, bijvoorbeeld wilde Marjolein, daar komen zeg zo’n 500 soorten insecten op af, daar help je die biodiversiteit mee. Niet dat ene plantje wilde Marjolein, maar zijn hele rolhouding. Ja, alles wat er van afhankelijk is. En dat is het niet alleen dat ene insectje, maar ook de roofinsecten, en de roofinsecten van de roofinsecten, vogels die zijn heel veel van belang. Luizen zijn heel groot belang voor allerlei dieren. Voor vogels, jonge vogels, jonge mussen die stropen alle struiken en planten af voor de luizen.
Petra: Ja.
Joost: Hoe weet je dan, ik heb een tuin. Ik zou meer insecten willen hebben. Er is, wat jij al zegt, best wel veel informatie over die niet helemaal accuraat is of eenzijdig is. Hoe kan ik daar nu het goede in doen? Goede keuze maken?
Martin: Er zijn natuurlijk heel wat bronnen waar dus heel veel informatie gegeven wordt maar heel veel sites, ik heb zelf ook een site, tuinieren met wilde planten. Ik heb er een boek over geschreven om dat nou eens een keer helemaal op een eenvoudige manier uit te duiden van wat zijn nou die wilde planten die het ook goed doen in de tuin. En waar heel veel mensen niet eens in de gaten hebben, is het een wilde plant, dit is toch een tuinplant? Petra: Wat is een wilde plant?
Joost: Ja, dat is het. Wat je zegt, wat is een wilde plant en hoe? De mensen weten het niet.
Petra: Hoe kom je eraan?
Joost: Hoe kom je erachter? Hoe weet je het? Ik weet zelf niet eens.
Martin: Een wilde plant is een plant die uit zichzelf op een plek groeit, zich kan vermenigvuldigen en uitbreiden. Wat is dan inheems? Nou, ik zit met een groep mensen, met kwekers ook, zaadverzamelaars. Levert archief heet dat ook om de laatste planten proberen te redden voor het gebied. Waar zou je nog zaad van die inheemse planten van hier kunnen verzamelen? En daar zijn wat ideeën over. Ik heb daar ook iets op geponeerd. En ik denk als je zo gaat naar de Elbe, dat is tegen Berlijn aan, Elbe, de Seine Marne en de Noordzee. Dan heb je ongeveer een gebied wat voor planten logisch is waar ze zich kunnen bewegen, waar ze zich gevestigd hebben. En waarvan je dan kan zeggen van als je daar zaad verzameld dan ben je toch een redelijke manier bezig met inheemse planten van hier. Wat het grote voordeel daarvan is, is dat de insecten van hier, die herkennen die wilde planten en al die exoten die uit verder weg komen, die uit China komen, uit Amerikaans, Zuid-Amerika, Afrika, waar halen we onze tuinplanten al niet vandaan. Er is niks mis mee om ze in je tuin te zetten. Want je vindt het zelf mooi. Maar het is natuurlijk zo dat die insecten herkennen vaak heel die planten niet. De vlinderstruik is er eentje die helemaal vanuit het zuiden komt opzetten en er zijn maar heel weinig insecten die ze herkennen. En er is bijna geen insect dat er echt op leeft. Waar de larve op de blad zit, die het blad opvreet.
Petra: En gebruiken ze hem dan wel als voedsel of herkennen hem daar ook niet voor.
Joost: Een paar, dat zijn alleseters, de kroeglopers, zeg maar. Dat zijn honingbijen bijvoorbeeld, die maakt allemaal niet uit als ze maar ergens te eten hebben. Een groot aantal hommelsoorten is dat er ook zo, een aantal vlinders. Van de vlinders die een beetje algemeen zijn, zijn degenen die dus gewoon alles eten.
Petra: En welke vlinders heb je het dan over?
Martin: Atalanta, kleine vos, de dagpauwoog, van alles en nog wat. Van dat soort bekende.
Petra: Alleseters.
Martin: Die zitten op allerlei bloemen. Die zitten ook op die vlinderstruik. Dat zie je ook, er fladdert best wel eens koolwitjes bijvoorbeeld. Dat maakt het allemaal niet uit, maar bijvoorbeeld die koolwitjes hebben kool soorten nodig om hun eitjes op te leggen. Het oranjetipje dat is ook een witje, dat heeft nog weer veel specifiekere planten nodig zoals de pinksterbloem.
Joost: Sorry dat ik je even onderbreek. Want even bij het begin beginnen. Want we hadden het over de wilde plant. Daarna even verdergaan op de insecten die erop af komen. Hoe herkennen mensen nou de wilde plant en hoe doen ze daar goed aan? Mensen zijn toch thuiscentrum georiënteerd. Hoe herken je dan de wilde plant?
Martin: Voor de meeste mensen is dat gewoon niet mogelijk.
Joost: Dus gewoon opzoeken en kennis.
Martin: Voor de telefoon heb je ook apps waar je dus bepaalde planten kan opzoeken, ObsIdentify is wat dat betreft de beste voor wilde planten. Maar dan heb je nog geen kennis. En dat is het grote probleem natuurlijk, als je het niet weet, dan wordt het wat lastig. En de tuincentra weten het ook niet, de meeste hoveniers weten het ook niet, nog niet.
Petra: Zijn veel wilde planten ook niet de dingen die veel mensen als onkruid zien?
Joost: Dat wilde ik zeggen ja.
Martin: Zeker weten! Bijvoorbeeld de paardenbloem, op de paardenbloem komen de meeste soorten wilde bijen voor. Dus tachtig soorten wilde bijen vliegen op de paardenbloem. Maar wat is het eerste wat de tuin uit gaat? Een paardenbloem, en alles wat er op lijkt. Want heb je ook nog steeds streeptand, leeuwentand en havikskruid. Dat lijkt allemaal op paardenbloemen. Dat zie ik bij mij op de kwekerij ook van nou dat is een rare paardenbloem weet je wel. Dan heb je het over gevlekte havikskruid of stijf havikskruid.
Joost: Maar dat is wel interessant wat je daar aanschuift. Buiten dat het geel is dat het sowieso uit Petra’s tuin gaat.
Petra: Zeker uit het gazon.
Joost: Toen ik jou opzocht, bij je kas toen zei je ook, dat vond ik een hele leuke, er is een verschil tussen natuur en tuin. Een tuin is niet per definitie natuur, geen wilde natuur laat ik het zo zeggen.
Martin: Nee, absoluut niet.
Joost: Het is wel een hele interessante, wat je daar aanschuift? Ik hoef ook geen paardenbloemen in mijn borders. En ook niet die van de klanten.
Petra: Hoe doe je dat dan? Ik neem aan dat je zelf ook een tuin hebt?
Martin: Ja.
Petra: Hoe maak je daar dan een aantrekkelijk geheel van? Zonder dat het verwilderd oogt als je veel wilde planten in je tuin zet?
Martin: Je bent continu bezig, want sommige mensen denken dat als je zo’n natuurrijke tuin of een wat sommige mensen denken, een wilde tuin, dat je daar weinig werk aan hebt. Je bent continu aan het plukken, je bent eigenlijk de rol van een grazer aan het spelen. In de natuur, als je het echt over de wilde natuur hebt, heb je natuurlijk heel veel mee-eters. Dat zijn niet alleen insecten, maar dat zijn ook grotere dieren. Muizen, ratten, hazen, konijnen. En steeds groter natuurlijk tot herten, koeien, wilde paarden. Die kunnen prima overleven in de natuur en hebben daar hun invloed op de plantensamenstelling.
Petra: Ja.
Martin: En dat moet je in een tuin ook doen. Kijk in een natuurrijke tuin blijf je natuurlijk wel tuinieren van die dingen die de overhand nemen. Dan denk je nu eens wat minder. Andere dingen, probeer weer eens een keer wat erbij te zetten. Dat kun je zaaien, dat kun je op steeds meer plekken kopen op dit moment. Er zijn steeds meer kwekers die ook echt met een specifiek Nederlandse assortimenten bezig zijn.
Joost: Maar wil dat dan ook zeggen dat een gecultiveerde plant geen wilde plant is?
Martin: Nee, dat hoeft niet. Heel veel planten die in de tuin gebruikt worden zijn vaak ook nog wilde of heel nauw verwant aan wilde planten. Maar er zijn ook wilde planten uit elders van Europa of uit Oost-Europa.
Joost: Maar daardoor misschien wel beter geschikt voor de tuin.
Martin: Ja, absoluut.
Joost: Een middenweg, mag ik dat dan zo zeggen?
Martin: Ja dat is een middenweg, zeker wel.
Petra: Kunnen we daar een paar voorbeelden van noemen? Over wat voor planten hebben we het dan.
Martin: Bijvoorbeeld de geraniums soorten. Dus ooievaarsbekken, daar heb je er heel veel van die hier ook geïntroduceerd zijn. Bijvoorbeeld het donkere ooievaarsbekken is een Midden-Europese soort maar die is al honderden jaren hier geïntroduceerd als stinsenplant rond stenen huizen in Friesland, de stinsen. En is gewoon inheems geworden kun je stellen. Die heeft zich hier staande gehouden. Maar de beemd ooievaarsbekken bijvoorbeeld is er eentje die nog wild voorkomt in het rivierengebied. En daar heb je natuurlijk heel veel cultivatie van en die hebben ongeveer hetzelfde effect op de insecten. Want die insecten herkennen dat ook.
Petra: Oké.
Joost: Ja, dat is waar. Waar kijken die naar dan? Want vroeger determineren wij op bloem. Wij zeg ik dan, de hoveniers.
Petra: De wilde hoveniers.
Joost: Ja precies. En tegenwoordig gaat het op DNA. Hoe doet een insect dat?
Martin: Die hebben hele andere ogen. Die zien bepaalde onderdelen van de bloem zien ze beter en zijn daarop gefocust. Ze hebben de UV mogelijkheid en daar blijken honingmerken op te zitten die je alleen onder uv-licht ziet. Er zijn ook prachtige foto’s van hoor, van mensen die dat kunnen laten zien. En dat blijkt dan gewoon veel interessanter te zijn voor de insecten om zich… Kijk, daar kunnen we wat vinden en dat herkennen ze, dat patroon. En voor ons zien die bloemen er eigenlijk allemaal hetzelfde uit. Maar omdat ze andere patronen hebben, hebben ze soms ook andere gespecialiseerde insecten erop. Dat is heel ingewikkeld. En dat is voor tuinieren natuurlijk niet zo heel erg belangrijk.
Joost: Nee, ik vind het wel leuk, we hebben hiervoor een podcast gehad met de Gert Admiraal. Jouw wel bekend, en dan word je toch in een wereld getrokken die we niet kennen en heel interessant is. En natuurlijk moet het een beetje bij de tuinen houden, maar ik vind wel interessant om te weten hoe gaat het.
Petra: Als je nou zelf je tuin natuurlijker wil maken of natuurrijker zoals jij dat dan mooi noemt. Waar kun je dan mee beginnen? Wat moet je doen?
Martin: Ik heb een aantal genoemd, dat is gewoon willekeurig. In het boek heb ik een top tien genoemd. Wilde marjolein, wilde margriet, ruige leeuwentand, die lijkt wel weer erg veel op een paardenbloem. Maar het is fantastisch!
Petra: Ja, ik zag heb ook. Ik dacht altijd is dat een nieuwe naam voor de paardenbloem. Maar hij lijkt er veel op.
Martin: Ja, dat is juist. Maar dat is mijn persoonlijke voorkeur. Eigenlijk is het een beetje, ja het is wel leuk om het erin te zetten. En het was wel grappig, toen het boek net uit was, kwamen er mensen met het boek aan, ook hoveniers overigens. Van ik wil de top tien van je hebben. Het is geen catalogus van een kwekerij.
Joost: Nee, het leuke is dat er gewoon op een laagdrempelige manier heel goed uitgelegd wordt hoe je dat nou kan doen, hoe je dat aanpakken. Maar ook achterin het boek of wat verder achterin het boek staat dan ook van wat kun je kiezen voor een schaduwtuin of voor een rotstuin. En dat vind ik heel erg fijn om dat te hebben.
Martin: Ja, het is geen wet. Het is geen wetmatigheid. Het heeft ook heel veel te maken met de met de grondsoort en zo waar het op zit. En ook een persoonlijke voorkeur. Ik kan wel zeggen van ja, die gele bloemen. Ik hoor dat hier iemand is die iets minder heeft met gele bloemen, zoals vaker trouwens. Vind ik heel raar, want wat meer geel brengt de zon in de tuin. Als je dus alleen maar blauw en roze hebt, dan wordt het koud.
Petra: Ja.
Martin: Dus ik hou heel erg van geel.
Joost: Ik haak er niet op in Petra.
Petra: Ik heb een gele plant in mijn tuin gezet.
Joost: Achillea
Petra: Achillea ja. Dat was wel een goede toevoeging in het kleurenpalet.
Martin: Maar als je die dus dan weer in de wilde vorm hebt, dat is er eentje die je overal in wegberm ziet, ook op rotondes en die allemaal tussen de stenen komt. Dat duizendblad, die is er in het wit en roze. Dat roze is gewoon een variant, heel veel wilde planten hebben ook een andere kleurvariant.
Petra: Als je dus meer wilde planten in je tuin wilt. Dan hoor ik je eigenlijk ook zeggen van het is nog steeds de tuinieren. Het is niet zo van laat het allemaal maar lekker gaan en al het onkruid mag doen waar hij zin in heeft. Je maakt nog steeds je compositie met vaste planten met eenjarige.
Joost: En hoe ik het zelf vertaal, wel in wat grotere tuinen, is laat soms wat je denkt dat onkruid is, laat het staan en ga eens kijken wat het is.
Martin: Is een hele goede.
Joost: Want heel veel dingen die zijn niet zo hardnekkig en die bloeien schitterend. En die trekken daarna weg, dat kan natuurlijk ook.
Petra: Nou, ik heb Kaukasisch vergeet-mij-nietje in de tuin. Vind je dat ook een wilde plant?
Martin: Het is niet een wilde plant voor hier. Maar wel voor Oost-Europa. Hij wordt heel veel toegepast.
Petra: Ja, hij is aan komen waaien en dat is zo’n plant, die mag dan blijven van mij.
Joost: De akelei is eigenlijk hetzelfde idee.
Martin: Ja, die zaaien zich ook erg uit.
Joost: Dat is ook zoiets van als je als je de ruimte hebt, kan je ook gewoon even kijken wat gaat het dan eigenlijk worden.
Martin: Klokjes, dat is ook zo.
Petra: Die zie je nu ook veel.
Joost: Heel veel koekoeksbloemen.
Martin: Nee, klokjes. Campanula’s.
Petra: Hoe ga je dan om met als er wel problemen, zeg maar. Als je een plaag hebt met luizen. Of als er meeldauw op je planten zit. Wat doe je daar dan aan?
Martin: Niks. Er is ook eigenlijk helemaal niks aan te doen. Het is het is altijd achter de feiten aanhobbelen en luizen heb je nooit last van als je gewoon heel veel verschillende planten in je tuin hebt. Dan heb je daar gewoon geen last meer van. Wat dan zitten er zoveel opvreters van die luizen. En als je niet iedere wesp dood mept, dat is toevallig weer een paar weken geleden ook van zo’n wesp die gewoon een roos helemaal zat af te af te knabbelen, die luizen, die voeren ze namelijk aan larven. Die larven van wespen hebben erg veel insecten nodig. Iedere wespennest, wat je om zeep helpt. Heb je dus honderd miljoen muggen, vliegen, luizen voor terug die anders zo’n volk had weggehaald uit je tuin. Dat geldt ook natuurlijk voor de lieveheersbeestjes, gaasvliegen, heel veel zweefvliegen leven op die dingen. Je krijgt er alleen maar met die luizen heel veel andere insecten bij. Dan krijg je ook vogels in je tuin. Er wordt momenteel bijvoet, dat is een wilde plant waar ik een beetje van afvragen of dat zo handig is in de tuin. Want het groeit nog wel hard. Er zit een heel speciaal soort luis op waar ook hele speciale insecten op afkomen. Waar veel vogels ook van profiteren. En het wordt als vogelplant verkocht, dat vind ik een beetje ver gaan. Maar het is wel waar. Als je dan toch denkt van nu gaat het echt mis, dat de roos alleen maar hele kromme blaadjes hebben omdat het helemaal sterft van de luis, dan zul je gewoon met de met een waterslang…
Petra: Gewoon de tuinslag erop zetten.
Martin: Ze eraf spuiten, dat ze even op achterstand gezet zijn.
Petra: Het mes snijdt aan twee kanten. Je hebt meer variëteit in je tuin aan bloemen, je krijgt meer insecten als je meer wilde planten toepast. En je hebt minder last van plagen.
Martin: Ja, het is ook een teken als planten erg veel last ergens van hebben, van meeldauw, dat hij ook gewoon op een verkeerde plek staan. Meeldauw zie je vaak dat een plant deels in de schaduw staat. Dan krijgen ze daar veel meer last van. Sommige planten zijn er ook heel gevoelig voor. Maar je hebt ook weer lieveheersbeestjes die van meeldauw leven, die de zwart/gele, die vreten meeldauw.
Petra: Maar wat kun je nou doen als je zit te luisteren, en denk nou, ik heb hier wel oren naar. Ik wil meer natuur in mijn tuin, meer wilde planten. Wat zou je ze dan voor handvatten kunnen geven? Noem eens een paar tips waar je dan in ieder geval mee kan beginnen met je al je goede bedoelingen?
Martin: Nou, inderdaad bij tuincentrum kijken van verkopen ze biologische planten. Dat gebeurt ook steeds meer. Er zijn ook grote kwekerijen die het wel met een certificaat verkopen. Er zijn een aantal kwekerijen die het specifiek alleen met wilde planten of met dus ook tuinplanten die zijn aangesloten bij Wilde Weelde.
Petra: Ja, oké, Wilde Weelde.
Martin: Er komen ook steeds meer sites en groepen op Facebook, op Instagram enz., die zich specifiek richten op dat gebruik van tuinieren met wilde planten.
Joost: Dat is het eigenlijk, even kort samengevat, is het eigenlijk gewoon het bewustwording en kennis vergaderen.
Martin: En steeds maar naar buiten toe brengen, dat ze dat probeer ik ook, ik heb ook zo’n groep: ’tuinieren met wilde planten van hier’ op Facebook. Zo’n 20.000 mensen zitten daarop en die vragen ook, laten ook zien wat het is. Dat is ook het leuke natuurlijk, je kan zeggen ja, je moet wilde planten gebruiken. Maar laat eens wat zien.
Petra: Wat komt eruit.
Martin: En dat zijn heel veel mensen die daarmee bezig zijn. Die laten hun tuin zien en die vragen daarover is dit nou ook een wilde plant? Precies zoals jullie dat vragen, ja hoe zie je dat nou, waar kun je het aan herkennen? Je kan natuurlijk niet opeens iedereen een volleerde florist maken, een plantenkenner.
Joost: Nee, precies.
Martin: Het is gewoon moeilijk.
Joost: Je moet een beetje…
Petra: Dit zijn goede tips en ik denk dat je dus naast dingen zelf kopen. Dat er ook een hoop wat aan komt waaien dat je dat iets meer kans kunt geven.
Martin: Dat kun je inderdaad een kans geven. En daar kun je ook naar vragen dan op zo’n groep of aan Wilde Weelde hoveniers of aan de kwekers kun je vragen van: wat kan ik hiermee? Kan ik er iets mee, moet ik het bewaren of zo? Er zijn natuurlijk ook heel veel hoveniers bij Wilde Weelde aangesloten die dus dan ook heel veel met de wilde planten werken. In ieder geval geen bestrijdingsmiddelen meer gebruiken en kunstmest ook niet meer. Het is ook niet nodig, want je kan je meststoffen, als dat al nodig is in een tuin, want het is eigenlijk, zeker als je veel wilde planten hebt, helemaal niet eens meer nodig om mest te geven. Die kunnen je ook helpen daarmee. Hier heb je de heuvelrugtuin, dat is de gemeente Heuvelrug hier in Utrecht natuurlijk ook aan het stimuleren om meer natuur in de tuin te krijgen. Dat is een hele beweging aan het worden. Ook tuincentra hebben dus een speciale afdeling met wilde planten waar het zaad komt van de Cruydthoeck, dat is een wilde plantenzadenkwekerij.
Petra: Want je zei net nog even iets over bemesten. Misschien even de alvast vooruit kijken naar het najaar, laat je dan in je wilde tuin ook alle planten liggen in de winter?
Martin: Uiteraard, voor een groot gedeelte is dat ook voor een heel groot belang, ook voor het uitzaaien van planten. Zo is het ook wel handig om eens wat te laten liggen. Dan zit er in ieder geval een zaadvoorraad in. Valt er wat weg, dan heb je het diezelfde. Dat is bijvoorbeeld de koekoeksbloem, wat je net noemde, dat is er zo eentje die pakt die open plekken dan heel snel op. En dan heb je het weer op de meeste gekke plekken heb je weer wat. En nou ja, het geeft natuurlijk ook voeding. Het geeft schuilplek voor insecten, voor andere dieren en kijk als je een egel in de tuin wil hebben, dan moet je het niet aangekrabd hebben. Want dan heb je het, even meteen weer over die slakken natuurlijk, met egels die vreten ontzettend veel slakken op.
Petra: Ik wacht nog op die egel in mijn tuin. Nou Martin, dank je wel, volgens mij kan je nog twee dagen met ons doorpraten over dit onderwerp.
Joost: Ja schitterend.
Marting: Twee dagen maar?
Petra: Ik denk ieder geval dat we wel wat praktische tips hebben om je tuin weer wat gevarieerder te maken. Niet alleen in de bloemen en de planten, maar vooral ook in de insecten. En vooral ook de insecten die sommige mensen alleen maar hinderlijk vinden, dat die toch een functie hebben in je tuin.
Joost: Ja, het draait toch om bewustwording.
Martin: En verwonder je vooral. Ga ernaar kijken, gaat erin zitten en kijkt ernaar, naar die beesten. Het is prachtig.
Joost: Ja, zeker. Daar moeten we zeker ons best voor doen. Dus dat doen we bij deze ook.
Petra: Mooi. Dank je wel, Martin.
Joost: Zeker.
Petra: Wat ik nog een leuk vindt om te doen, want ik heb dat boek van jou van Martin ook gelezen. Dus echt hartstikke interessant.
Joost: Ja, het is leuk.
Petra: Ik wil voorstellen dat we zo’n boek gaan verloten via onze Instagram.
Joost: Ik ben heel benieuwd hoeveel reacties er op komen.
Petra: Ja, dus houdt het even in de gaten. Dan ga ik daar even een mooie post van maken.
30:25 Tuinfavoriet
Joost: O, goed. Ik pak hem toch even.
Petra: Wat is je tuinfavoriet.
Joost: Dank je wel, Petra. Nou, ik heb zo’n leuke weer.
Petra: Is het een wilde plant? Want anders komt die er niet in bij Martin.
Joost: Dat weet niet, ik zit schuin naar Martin te kijken. Maar ja, uiteindelijk ga ik toch ook over de tuinen. Dus ik vind hem heel leuk en goed passen. Het is de Veronicastrum virginicum. Vul maar aan Martin.
Martin: Ja, dat is echt een cultuurplant, die komt in het wild niet voor.
Joost: Prachtig, heb ik precies de goede uitgekozen.
Martin: En virginicum, dan zal je denken dat het Amerikaans is.
Petra: Virginia.
Martin: Het maakt niks uit, het is een prachtige planten.
Joost: Zeker.
Martin: Absoluut gelijk. Maar je hebt een wilde versie daarvan die uiterst zeldzaam is in Nederland, het is de langbladerige ereprijs.
Joost: Dit wordt ook de ereprijs genoemd.
Martin: Ja, maar dat is het niet, het is een kruising. Ereprijs is een Veronica. Dit is Veronicastrum en dat is dus, er is iets ingefluisterd. Iets heel aparts is dat. Ik heb me niet echt in verdiept hoe het nou precies zit. Maar hij staat ook bij mij op de kwekerij. Gewoon, die komt uit de vorige voorraad, zeg maar. Het is gewoon een heel veel verkochte plant, maar de langbladerige ereprijs. Veronicum longifolia ziet er hetzelfde uit en dat is dan weer een plant, daar kun je voor kiezen. Ook een prachtige tuinplant, wordt ook als tuinplant verkocht.
Joost: Ja, sowieso. De Veronica familie is waanzinnig. Had ik ook kunnen kiezen, heb ik niet gedaan.
Martin: Maakt niet uit, het is een goede. Het is een mooie, hij is mooi blauw.
Petra: Wat vindt je mooi aan deze plant.
Joost: Als je hem dus van dichtbij bekijkt, hoe die vertakt. Ik vind hem als je op de foto’s zet vind ik hem echt heel mooi. Hij is sterk, hij is hoog.
Petra: Je hebt ze veel kleuren ook, blauw, roze, wit.
Joost: Ja, Wel allemaal een beetje pastel, daar hou ik ook wel van. Al word ik hier bestempeld als een haribo liefhebber. Maar nee, ik hou wel een beetje van die rustige kleuren. Ja, roze/paars zie je hem toch wel het meest. En gebruik het ook eigenlijk het meest.
Petra: Nou, ik ben het helemaal met je eens. Ik vind het ook een mooie plant. En hij roken niet zo bevattelijk voor ziektes of uitval of dat soort dingen, toch? Een hele sterke plant. Joost: Dat dat ook komt omdat hij dus gekweekt is.
Martin: Nee hoor, dat is niet zo. Sommige soorten die hebben dat. En dat is wel handig hoor, ik noem het altijd de rotonde assortimenten. Wat ook veel op rotondes gezet wordt.
Joost: Dank je wel, Martin. Dat je mijn liefhebber rotonde… Heerlijk. Nou ja, het is wel zo dat door een aantal van dat soort planten in je border te doen, het zijn gewoon hufterproef planten en dat spreekt me wel aan. Ik vind het helemaal niet erg om een aantal zwakkere broeders erin te zetten. Calamintha vind ik er eentje van die ik waanzinnig mooi vind, maar is wel een beetje een zwakkere broeder. Ik vind hem wel waard om elk jaar weer terug te zetten. Hij valt echt wel vaak weg. Maar om de hele tuin met allemaal van die zwakkere broeders te gaan beplanten.
Petra: Dat lijkt me niet zo duurzaam.
Joost: Nee, precies, dus een aantal van die planten zoals de Veronicastrum vind ik toch wel belangrijk.
Martin: Het is ook een mooie snijbloem trouwens.
Joost: Heel mooi. Ja, omdat hij ook zo fotogeniek is. Het is gewoon een gaaf vertakt ding. Maar goed, hebben we weer genoeg veren in zijn kont gestoken. Plant hem maar, dan zien we het wel. Petra, zullen we de koffie.
Petra: Ja, dat lijkt me leuk.
Joost: Ja, heb je er ook zin in koffie? Je zit er zo naar te…
Petra: Ik heb wel zin in een bakje.
Joost: Doen we zo. Ja, Martin, als bedankje als gast wil ik je deze koffie geven. Die wordt de mogelijk maakte Kookotte uit Huizen. Die maken heerlijke koffie, kijk op de site. Er staat een kortingscode op. Op de site staat ook een kortingscode. Alsjeblieft, Martin.
Martin: Nou, dank je wel.
Joost: En jij bedankt.
Martin: Ja, hartstikke leuk.
Joost: Mooi.
Martin: 100% Arabica. Daar houd ik van.
Joost: Niet inheems.
Petra: Zeker niet.
Martin: Gelukkig niet.
Petra: Daarmee komen er aan het eind van aflevering 7 van Tuinierkwartier.
Joost: Ja.
Petra: Het was weer informatief.
Joost: Dat dacht ik ja.
Petra: En we willen iedereen bedanken voor het luisteren en check natuurlijk onze site, www.tuinierkwartier.nl, en laat ons ook weten wat je ervan vond. Of je nog meer vragen hebt, joost@tuinierkwartier of petra@tuinierkwartier.nl
Joost: Ja, en houd de site in de gaten en de Instagram voor het verloten van het boek.
Petra: Ja, goede.
Joost: Leuk
Petra: Tot de volgende keer.
Joost: Dank jullie wel.