#6 Over honingbijen

De honingbij verzamelt stuifmeel en nectar

De zomer begint nu echt! Joost is al bijna toe aan de bouwvak, even 2 weken vakantie en het bedrijf dicht om bij te komen van het drukke jaar. Dit is natuurlijk ook de tijd van het jaar waar je niet zo heel veel meer kan doen in je tuin. Nog wat snoeiwerk aan hagen als je dat nog niet gedaan had, maar verplanten of nieuwe planten neerzetten kun je nu beter niet meer doen. Dus ook voor Petra geldt deze week: lekker genieten van de tuin, want dit is het moment ervoor.

In deze aflevering hebben we een ontzettend interessant gesprek met Gert Admiraal. Gert is al ruim 20 jaar imker en werkt vanuit Weesp. Hij houdt meer dan 50 bijenvolken en weet alles over honingbijen.

In je tuin zie je vele soorten bijen, veel daarvan zijn wilde, solitair levende bijen. Er komen ca 250 soorten solitaire bijen voor in Nederland. Er zullen ook honingbijen tussen zitten, er komen 7 verschillende soorten honing bijen voor in Nederland. En dat zijn de bijen waar we het over hebben. Als je meer wilt weten over wat er gebeurt gedurende het jaar met het bijenvolk, waarom bijen zwermen en hoe het met de bijen gaat in Nederland, luister dan de podcast.

Gert Admiraal bij zijn bijenkasten

Ook honingbijen hebben een belangrijke functie in de tuin, namelijk dragen zij ook bij aan het bestuiven ofwel bevruchten van planten. Dat is niet alleen nodig om groente en fruit te kunnen oogsten maar dat is ook van belang ook voor de voortplanting van planten door middel van zaadvorming.

Wat kun je doen om zelf bijen aan te trekken in je tuin?

  • veel bloeiende planten en vruchtdragende planten neerzetten
  • Er zijn planten die veel nectar en stuifmeel geven, deze zijn goed voor de bijen. Bv. Borage of komkommerkruid (leuk, je kan de bloemen en het blad zelf ook eten en dat smaakt naar, je raadt het al: komkommer!). Verder physalis, de bloemen zijn voor ons niet zo interessant maar de mooie oranje lampionnetjes des te meer), Malva (Kaasjeskruid), Campanula (Prachtklokje), klaproos, korenbloem en Calaminta nepeta
  • Bomen die bijen aantrekken: vuilboom (Franguls alnus, zoals Gert vertelde: geen hele mooie boom maar bloeit heel het jaar jaar, fijn voor de bijen) en Tetranium daniellii, die in het Nederlands niet voor niets Bijenboom heet!
  • Koop als dat kan, biologische gekweekte planten. Gif wat/op in niet-biologisch gekweekte zaden en planten zit blijft nog jaren lang in de plant en het stuifmeel aanwezig. Dit is schadelijk en kan dodelijk zijn voor een bijenvolk dat deze planten ontdekt heeft doordat dit gif zich ophoopt in de honing en de bijenkast.

Je kunt zelfs overwegen zelf een bijenkast in je tuin of balkon te zetten, ook al is de beschikbare ruimte niet heel groot. Dat kan op een zonnig plekje in de ochtendzon. En als het een goedaardig volk is, zal je er weinig last van hebben. Maar hou er rekening mee dat het wel net is als met huisdieren houden. Je bent er het hele jaar zoet mee en ieder jaar is er weer een nieuwe koningin, die bepaalt hoe vriendelijk het volk wordt. Je rol als imker is ook om de selectie van de koninginnen te doen en ervoor te zorgen dat de splitsing van de volken goed gaat en natuurlijk dat het volk goed het jaar doorkomt.

Je kan ook een imker vragen of hij/zij één van zijn/haar kasten op jouw terrein wil zetten.

Dit jaar gaat het redelijk goed met de bijen. En hoe meer “dracht” ofwel voedsel voor de bijen er te vinden is hoe meer bijen er ook zullen zijn. De grootste wens én tip van Gert is daarom ook om zoveel mogelijk tegels uit je tuin te halen en daar drachtplanten voor in de plaats te zetten.

Dit volk is gaan zwermen, Gert vangt het volk en geeft het een eigen bijenkast

00:00 Intro
02:39 Tuinmoment
05:10 Interview met Gert Admiraal
33:18 Tip van Gert
34:10 Tuinierkwartier

00:00 Intro

Petra: Het is vandaag een mooie dag. We gaan beginnen aan de zesde aflevering van Tuinierkwartier.

Joost: De zesde alweer. 

Petra: De podcast over tuinieren in Nederland. 

Joost: Ja, zeker. Ik ben Joost van Rooijen. 

Petra: En ik ben Petra Vijverberg. Van harte welkom allemaal weer aan onze luisteraars. 

Joost: Natuurlijk, zou ik bijna vergeten. We staan in een mooi lijstje. 

Petra: Ja, welk lijstje heb jij het over? 

Joost: Gaat de hele podcast zo beginnen? Van iTunes.

Petra: Ja, van de Apple Podcast.

Joost: Apple Podcast ja.

Petra: Ja, staan we gewoon naar bijna in de top tien. 

Joost: Ja. Dus iedereen even extra abonneren, luisteren, doen. Dat we even in die top tien komen. 

Petra: Ja, dat vind ik ook. Deel deze podcast met al je tuinvrienden want er is deze tijd natuurlijk meer dan genoeg tijd om in de tuin te gaan zitten en te luieren en om naar een podcast te luisteren. 

Joost: Ja, zeker. En dan is deze absoluut de moeite waard. We hebben onwijs leuke reacties. Dat vind ik echt leuk om te horen en te lezen, toch? 

Petra: Ja, dat blijft leuk. 

Joost: Ja, ’s ochtends dan start je je telefoon op en dan ping, dan krijg ik weer een leuk berichtje van jou. Van kijk wat er nu weer in de inbox hebben. Daar doe je het toch eigenlijk gewoon een beetje voor. Had ik van tevoren niet zo gedacht. 

Petra: Nee, ik ook niet. En ik vind het echt leuk om al die reacties ook te krijgen. En ja, het zou mooi zijn als we natuurlijk gewoon ook continu nieuwe ideeën krijgen van onze luisteraars. Om elke keer weer over een ander onderwerp te kunnen praten. Want het onderwerp tuinieren is natuurlijk onuitputtelijk. 

Joost: Oneindig. Ja, zeker, dus heb je ideeën, is meer dan welkom. Wat ook helemaal in ons straatje past, is de gast van vandaag, Gert Admiraal. Past helemaal in het straatje van duurzaam en insecten en alles. En ja, Gert, hoe kennen wij elkaar? Dat is van de triatlon. 

Gert: Ja.

Joost: Dat is een hele andere tak van sport. 

Gert: Ja Joost. 

Joost: Maar goed dat ga ik zo verder introduceren. Toen zijn we elkaar een paar jaar uit het oog verloren en toen zijn we de podcast begonnen, Petra en ik. En toen zochten we natuurlijk gasten en onderwerpen. En toen wist ik al via via dat Gert als imker bezig was. Ik denk, dat past helemaal in ons straatje, dus bellen die Gert, die is onwijs lastig te bereiken, maar dat maakt niet uit, het is een heel druk man, dus welkom Gert. We gaan zo meteen verder met de vragen, eerst eventjes naar het tuinmoment. 

02:39 Tuinmoment

Joost: Wat is jouw tuinmoment. 

Petra: Ja, laten we dat doen. Mijn klein moment, het is natuurlijk juli, lekker zomer. En dat betekent dat ik niet zoveel doe in de tuin eigenlijk. Want planten zijn allemaal hartstikke mooi aan het bloeien, het snoeiwerk is gedaan en achterin de tuin heb ik een soort veranda en daar hangt zo’n heel grote hangei met kussens en daar zit ik dus de hele tijd. 

Joost: Ho even.

Petra: Dat is mijn tijd moment. 

Joost: Iedereen is druk in de tuin en alles. En jij hebt het over luieren in de tuin. 

Petra: Ja, maar kijk, jij kwam er een paar keer geleden achter dat je eigenlijk een tuttige smaak had, ik kom er gewoon af dat ik een luie tuinier ben. 

Joost: Het is wel een grote spiegel, die podcast.

Petra: Ja, zo is het. Maar ja, daar doe je het toch uiteindelijk voor. Je bent toch de hele tijd druk met je tuin om uiteindelijk ook ervan te kunnen genieten? 

Joost: Ja, nee, ik vergeet dat wel eens. Het is ook een beetje mijn werk. Dus ik vergeet het wel eens. Maar ik zie inderdaad heel veel mensen zie ik ervan genieten. 

Petra: Wat is jouw tuinmoment dan? 

Joost: Het is inderdaad juli, dus de bouwvak staat voor de deur. En dat houdt me altijd wel bezig, dat is wel een mijlpaaltje. Dan zijn wij hier twee weken dicht met het werk, dus dan moeten de tuinen wel af zijn. Dus dat is altijd stress en altijd druk en je redt het nooit. 

Petra: Merk je dat mensen dan ook ernaar vragen van ben je voor de bouwvak klaar? 

Joost: Ja, dat is toch wel iets wat er nog wel in zit ja. Het wordt wel steeds minder, bedrijven zijn wel steeds meer open. Tien jaar geleden moest je met de bouwvak dicht zijn, omdat leveranciers waren dicht, ik kon me afval niet kwijt, enzovoort, enzovoort. En nu merk je dat het wel steeds aan het veranderen is, dat bedrijven steeds meer open blijven. Dus je zou wel door kunnen, maar voor de continuïteit in je bedrijf vind ik het fijn om gewoon even dicht te zijn twee weken en daarna de hele bezetting weer te hebben. 

Petra: Precies, jullie hebben het ook wel verdiend toch, een beetje vakantie. 

Joost: Zeker!

Petra: Hard gewerkt dit jaar. 

Joost: Ja, onwijs. 

Petra: Dus jouw tuinmoment eigenlijk ook een beetje luieren. 

Joost Nee, dat zie je helemaal verkeerd. 

Petra: Laat we het daar maar bij houden dan.

Joost: Doen we. 

05:10 Interview met Gert Admiraal

Petra: Dan gaan we naar het thema van vandaag, de bijen en insecten in de tuin. Het gaat natuurlijk niet per se over de planten en hoe je tuin aanlegt. Maar insecten en bijen zijn onwijs belangrijk in je tuin. En daarom hebben vandaag Gert hier, Gert is imker. En jij kan ons uitleggen waarom we toch ook met alle kleine diertjes rekening moeten houden? 

Gert: Ja, dat zal ik proberen uit te leggen. Ik ben imker, en dat betekent dat ik me bezighoud met de honingbijen en honingbijenvolken. 

Joost: Dat is helemaal van dit moment ook. 

Gert: Ja, en dat betekent ook dat ik in het voorjaar, april, mei, juni, dat ik het dan heel erg druk heb want zo’n volk is natuurlijk fantastisch. Een bijenvolk is af en daar zit alles in een grote harmonie, tot aan het voorjaar dan willen ook de bijenvolken zich vermenigvuldigen. Dat betekent dat ze de drang krijgen om ze van een volk meerdere volken te maken en dat betekent dat ze willen gaan zwemmen. 

Joost: Ja. 

Petra: En dan krijg jij het druk natuurlijk. 

Gert: En dan krijg ik het druk. Want ik moet proberen natuurlijk om dat zwermen in goede banen te leiden. En dat lukt me meestal maar die bijen doen altijd wat ze willen en soms en dan gaat het wel het fout. En dan word ik gebeld om een bijenzwerm te vangen. Heb ik er wel weer een volkje bij, maar dat betekent dat ik nog meer volken heb. Ik heb nu zo’n vijftig, zestig volkeren. Dat zijn er behoorlijk wat. 

Petra: Jeetje. Ja, wat gaat.

Joost: Het is ook wel in nieuws, inderdaad. Je dat je nu van de zwermen her en der tegenkomt. 

Gert: Ja, dat heeft dus te maken met hun voortplantingsdrang. Ook honingbijen hebben voortplantingsdrang. Dat is dan van een volk meerdere volken maken. In elk volk zitten tienduizenden bijen, werksters en die hebben allemaal hun eigen taak. En er zitten een aantal darren in, een paar honderd en zit een koningin in. Als het goed gaat, hoef je daar verder heel weinig aan te doen. Dat is een grote harmonie, ze leven heel erg prachtig in een commune eigenlijk maar zodra ze het in hun bol krijgen, zodra het mooi weer wordt, zodra het voorjaar wordt. De vogeltjes leggen een ei en de honingbijen die als volk, die willen zich vermenigvuldigen.

Petra: En die trekken er ook op uit.

Gert: En die trekken erop uit. 

Joost: En even voor, ook voor mij eigenlijk. Wat zijn werksters en wat zijn darren?

Gert: Werksters zijn de vrouwtjes bijen, die doen alles in het volk. Die verzorgen het broed, die verzamelen het stuifmeel, die verzamelen de nectar, die verzamelen de propolis en die brengen dat het volk binnen. Darren zijn de mannetjes bijen. 

Joost: En die manier doen niks. 

Petra: Die blijven de hele dag binnen.

Gert: Die doen helemaal niks, die vliegen van volk naar volk en die vreten wat. Hun enige taak is ook inderdaad om de koningin te bevruchten. 

Petra: Dus die gaan wel erop uit? 

Gert: Ja, die hebben ergens een darren standplaats in de lucht. En die wachten totdat er een koningin komt die bevrucht wil worden. Die darren, de sterkste die bevrucht de koningin. En de koningin wordt dan een keertje of tien, vijftien bevrucht, en elke keer als een dar de koningin bevrucht, valt hij dood neer dus dan is het ook weer klaar. Dus dat is eigenlijk de enige taak van een dar. 

Petra: En de bijen die je dan in de tuin ziet, op de bloemen. Wat zijn dat voor bijen? 

Gert: Dat kunnen honingbijen zijn. Maar naast honingbijen heb je in Nederland een kleine tweehonderdvijftig soorten solitaire bijen. Dat zijn bijen die niet in een volk leven, maar die solitair leven. En die zijn natuurlijk ook heel belangrijk, het zijn niet alleen de solitaire bijen, honingbijen. Maar je hebt natuurlijk ook libelles, insecten, noem maar op. Alle insecten die kunnen bestuiven zijn heel belangrijk natuurlijk voor het hele bestuivingsproces. 

Petra: Ja, en dan kun je dat verschil zien als je op je planten kijkt? Hoe kun je een honingbij herkennen? 

Gert: Er zijn ongeveer zeven soorten honingbijen in Nederland. Ja, ik kan het zien maar de meeste mensen kunnen dat niet. 

Petra: Nee, kleine verschilletjes dus.

Gert: Er zijn verschillende rassen eigenlijk, net als dat je een hondenras hebt, of een kattenras of een vogel. Zo heb je ook verschillende rassen. En die rassen, die probeer ik ook te kweken door te zorgen dat ze raszuiver blijven. 

Petra: Waarom is dat belangrijk? 

Gert: Ja, het is belangrijk omdat je anders een soort vuilnisbakkenras krijgt. Je kan bijenvolken selecteren op niet steeklustig, op haaldrift, op goed bestuiven, op vriendelijkheid. Daar houden we ons mee bezig en we willen dit ras zuiver houden. 

Joost: Nooit geweten, ik kan me voorstellen dat je daar onwijs druk met bent. 

Petra: Ja. Misschien moeten we even terug, want we hebben het natuurlijk over bijen. We zeggen zelf ook wel eens van we willen graag veel insecten in de tuin en ook veel bijen. Kun je ons uitleggen waarom dat eigenlijk belangrijk is? 

Gert: Bijen zijn belangrijk omdat het goede bestuivers zijn. Een hommel is eigenlijk ook een bijensoort dus dat is ook een goede bestuiver. 

Petra: Die zie je vaak al wat eerder in het voorjaar ook? 

Gert: Bestuivers is nodig zodat planten, bomen en struiken, vruchten gaan dragen. Het is een soort bevruchting eigenlijk en zonder bestuiving wordt het allemaal een stuk minder. Is het fruit niet zo mooi, zijn de groentes niet zo mooi. Dus bestuiven is heel belangrijk. 

Petra: Ja, maar goed. Als je in de tuin bloemen hebt, hebben de bijen dan ook een functie voor de bloemen? 

Gert: Jazeker. 

Petra: Of hebben de bloemen een functie voor de bijen?

Gert: Ja, kijk uit elk zaadje komt een bloem en die zaadjes ontstaan natuurlijk weer uit die bloemen. 

Petra: Ja. Dus ze niet alleen voor fruit en groenten is het belangrijk dat de planten bestoven worden. Maar eigenlijk voor alle planten.

Gert: Voor alles. 

Petra: En daarom wil je graag veel bijen in je tuin. 

Gert: Ja, bijen, vlinders, libelles, prachtig. 

Petra: En andere insecten ja.

Gert: En andere insecten. 

Petra: Nou het er toch over hebben, hou je zelf eigenlijk ook van tuinieren? 

Gert: Ik vind tuinieren wel leuk, en mijn moeder zit nu in een verzorgingstehuis, in een verpleeghuis, die had een moestuin en ik heb er ook een aantal bijenkasten staan. En die moestuin, die hou ik nu aan maar ik heb met moestuinieren niet zoveel. 

Joost: Dat herken ik wel, dat is echt een andere tak. 

Petra: Dat is heel veel werk ook.

Gert: Dat is zoveel werk en dan heb je op een gegeven moment heb je tien sla plantjes tegelijk of je hebt allemaal bonen tegelijk. 

Petra: Een je drie weken sla.

Gert: Voor een kleine euro kan ik ook een kropje sla kopen. 

Joost: Ja, dat herken ik heel. Het is onwijs veel werk en dan worden ze opgevreten. Het zijn doorgaans wilde planten. 

Gert: En dan is het weer te nat, en dan is het weer te droog. En dan moet je weer sproeien, en dan moet je weer dat.

Petra: Ja, maar je passie voor bijen komt niet uit het tuinieren voort dus. 

Gert: Nee, mijn passie voor bijen komt voort uit eigenlijk mijn moeder. Ja, een vriend tegen mij een jaar of twintig geleden van Gert, die belde mij op, Gert ik ga een bijen cursus volgen. Lijkt het je wat? Ik zei nou, ik dacht het niet. Ik heb er niks mee met die beestjes. Ik heb er niks mee. En toen vertelde ik dat zo aan mijn moeder, kwam het ter sprake. En die zei, Gert dat moet je doen. Ik heb vroeger ook bijen gehad, wist ik niet, ik heb vroeger ook bijen gehad en ik heb nog wel een pijp en ik heb nog wel een pak voor je. En ik heb nog wel wat tabak. En zo ben ik eigenlijk begonnen met de cursus in Amsterdam en zo ben ik verder gaan rommelen.

Joost: Zo is de liefde geboren. 

Gert: Ja.

Joost: Oké, gaaf. 

Gert: Leuke hobby. 

Joost: En wat kunnen wij er dan aan doen voor in de tuin? Om dan die beestjes het een beetje naar hun zin te maken. Is het dan net zo eenvoudig als veel bloemen? 

Gert: Ja, dan kom je een heel eind natuurlijk. Als je veel bloemen zaait en dan eenjarige tweejarige, dan ben je alweer een heel eind. En ook struiken, heester, planten, bomen. 

Joost: Ja, van alles. 

Gert: Ja, alles wat eigenlijk vruchten draagt en alles wat bloemen heeft en waar vruchten uit te komen. Wanneer heb je hebt ook planten en je hebt ook heel veel bomen die geen dracht geven.

Joost: Ja, want als je nu in een tuincentrum loopt, dan zie je deze plant is geschikt voor meer insecten. Deze meer voor dat. Waar zit dan het verschil in? Waarom is de een beter dan de ander? 

Gert: Laten we het over de bloemen hebben. Er zijn bloemen, die geven geen of nauwelijks nectar en er zijn ook bloemen die geven geen of nauwelijks stuifmeel. Dus daar heeft een bij niet veel aan. Dat zijn dus geen dracht dragende bloemen. En zo heb je bloemen die juist heel veel nectar geven en heel veel stuifmeel opleveren. Dat is het verschil. 

Petra: Zijn die dan altijd ook goed voor bijen? 

Gert: Ja, wat veel stuifmeel oplevert en wat veel honing of nectar oplevert, dat is goed voor de bijen, daar vliegen ze op. Is ook goed voor de hommels. 

Petra: Kun je een paar soorten noemen die je dan goed in je tuin zou kunnen zetten?

Gert: Dan denk ik aan de eenjarige bijvoorbeeld de borage, physalis, malva heb je, de campanula en de klaproos, de korenbloem. Gewoon de eenjarige. 

Joost: Dat zijn wel de wat wilde bloemen. 

Gert: Ja, en zo heb je ook wat betreft de struiken bijvoorbeeld. De vuilboom, dat is een lelijke boom maar die is wel fantastisch voor de bijen. Die bloeit heel lang, die kleine bloemetjes. 

Petra: Ik heb zelf calamintha in de tuin. Die worden daar ook heel goed bezocht door bijen.

Joost: Die lijken helemaal te dansen. 

Petra: Dat is echt fantastisch, als je dat gezoem hoort. 

Gert: Als je eronder staat dat hoor je dat zoemen. Dat is fantastisch ja.

Petra: Heel mooi. 

Joost: Ja, en later in het jaar heb je nog de 16:08 [plantennaam], 16:09 [plantennaam]. Ze raken elkaar qua soort, maar dat is ook zo’n bijen plant. Maar je hebt ook een bijenboom. De 16:17 [plantennaam].

Gert: 16:18 [plantennaam]. Ja, dat is ook een hele mooie boom. 

Petra: Die moet ik even opzoeken.

Joost: Ja, die zei je weinig gek genoeg want het is een onwijs mooi ding. 

Gert: Dat is een hele mooie boom. En zo heb je de lampionnenboom en Tetranium daniellii dat is een hele mooie boom. Daar heb ik er twee van in de tuin staan. Prachtige bomen zijn dat, als je ze een beetje goed snoeit dan zijn het hele mooie bomen. Die geven voornamelijk in augustus, september geven ze van die grote pluimen en daar vliegen al die bijen op.

Petra: Nou geweldig, we zullen wel een lijstje op de site zetten. Dan kan je zelf soorten uitzoeken voor je eigen tuin. 

Joost: Ja, mensen een beetje aanmoedigen. 

Petra: Ja, want hoe gaat het eigenlijk dit jaar met de bijen in Nederland? 

Gert: Niet optimaal. Maar het gaat ook niet slecht, vind ik. Nee, het feit dat je wel eens leest, je leest altijd twee kanten. De ene schrijver zegt het gaat goed met de bijen. En de ander zegt het gaat niet goed met de bijen of de honingbij verdringt de solitaire bijen of andersom, maar als mensen dat tegen mij zeggen, de honingbij verdringt de solitaire bij, dan zeg ik er moet gewoon meer dracht komen, makkelijk zat. Dan zijn er niet te veel bijen, dan is er te weinig dracht.

Petra: Daarmee bedoel je te weinig eten voor de bijen. 

Gert: Te weinig bloemen, planten, noem maar op. 

Joost: Maar is dat een strijd die haalbaar is dan? Want ik heb dat inderdaad ook meer gehoord. Bijvoorbeeld de vlinderstruik, dan heb je een enorme overdaad aan voeding. Maar als de vlinderstruik uitgebloeid is, dan moeten die beesten ook wat eten hebben. En daardoor verdringen ze dan de solitaire bijen. 

Gert: Dan zou er eigenlijk weer een andere drachtplanten, of drachtstruiken moeten zijn. En dan denk ik aan de vuilboom bijvoorbeeld, of de wat je zegt de Tetranium daniellii.

Petra: Ja, dus dat is voor je eigen tuin eigenlijk ook belangrijk. Dat als je meer insecten wil, dat je dus het hele jaar door struiken hebt met voeding voor de bijen. Drachtstruiken zoals je die noemt.

Gert: Ook alweer een kunst apart, maar daar hebben we de tuinman voor. 

Petra: Maar dat is niet alleen leuk voor de bijen, dat is natuurlijk ook leuk voor jezelf. Dan heb je het hele jaar wat te zien in je tuin. 

Gert: Ja, natuurlijk. 

Joost: Ja, dat is superbelangrijk. 

Petra: Ja, ik maak mezelf dan ook wel druk over planten die bespoten zijn bijvoorbeeld. Wat veel gebeurt ook in de kwekerijen. Wat is het effect daarvan voor bijen? 

Gert: Dat kan als je pech hebt en bijen die zijn over het algemeen bloemvast, plantvast. Je hebt speurbijen, die gaan op zoek naar een voedsel. Vinden zij een drachtgebied, dan vertellen ze dat via dansen aan het bijenvolk. En dan gaat het hele bijenvolk, de werksters gaan daar naartoe om nectar en stuifmeel te halen. Mocht het nou bespoten zijn dan gaat een heel volk dood. 

Joost: Is dat ook echt direct. Want ja, hoeveel planten zijn wel niet bespoten? Helemaal eenjarige, die kunnen er best wel wat van. Als leek heb je er bijna geen weet van, vaste planten, helemaal als die al een jaar in je tuin staan, die zijn in principe niet besloten, ga ik vanuit. 

Petra: Nou ja, dat wil ik eigenlijk vragen, als de planten of de zaden natuurlijk bespoten zijn in de kwekerij en ze staan een tijdje en ze gaan bloeien, de bloemen zelf zijn niet bespoten maar zit dat gif nog wel in dat ze nectar.

Gert: Dat gif zit dan wel voor een klein deel in de nectar, in het stuifmeel. 

Petra: En hoelang duurt dat voordat het eruit is?

Gert: Ja, dat is eigenlijk van de oorsprong tot aan het eind wanneer die planten doodgaan, is dat het geval. 

Joost: Oké, het zit echt in de sapstromen. 

Gert: Dat zijn de zaden die eigenlijk bespoten zijn. Of die al gemanipuleerd zijn met een bepaald soort gif. 

Petra: Ja, dus het is toch wel belangrijk als je de keuze kan maken om ervoor te zorgen dat je planten en zaden koopt die niet bespoten zijn. 

Gert: Die het toch wel biologisch… 

Joost: Biologisch gekweekt zijn. Is dat dan de oplossing? Kun je dat als leek eruit halen, biologische stempel of zijn er meer keurmerken die dat hanteren? 

Gert: Dat weet ik niet. Dat weet ik niet. Ik weet wel dat je biologische zaden het beste kan kopen. Maar waar die bijen problemen mee hebben dat zijn natuurlijk de beroepstuinders en de boeren die die nog wel eens een loopje nemen met de pesticides.

Joost: Die hebben andere belangen. Dat snap ik ook wel weer. Maar het is wel tijd voor bewustwording inderdaad. Wat dat dan aan gevolgen heeft.

Gert: Natuurlijk, natuurlijk. Ja, zoals je ook ziet, bijvoorbeeld langs snelwegen langs rivieren, de Vecht bijvoorbeeld of langs andere rivieren. Vroeger, of een aantal jaren geleden waren dat allemaal grassen en werd het allemaal maar weer gemaaid en nu houden ze er toch weer steeds meer rekening mee dat ze gefaseerd gaan maaien en ook gaan maaien alleen wanneer het een en ander is uitgebloeid. Dat ze dus niet om de drie weken een afspraak maken met een hovenier om het dan en dan te gaan maaien. Dan is het meer klepelen dan maaien wat ze doen. 

Joost: Ja, volgens mij het is dat ook eerder gezegd, ik vind het waanzinnig gaaf als ik inderdaad over de snelweg rijd en ik zie die graslanden en die al die bloemen, waarom zou je überhaupt maaien zo vaak? Ik zie er niet het nut van in. 

Gert: Ja, maar er wordt steeds meer rekening gaan mee gehouden hoor, dat is heel prettig.

Joost: Ja, zeker.

Petra: Als je zelf een tuin hebt, zou je dan ook een bijenkast die tuin kunnen zetten? 

Gert: Ja hoor. Dat kan. 

Petra: En hoe groot moet je tuin daarvoor zijn? 

Gert: Het kan ook op een balkon. Of het kan ook op een dak bijvoorbeeld. 

Petra: Ja? Heb je er wel geen overlast van? 

Gert: Nee, nee. Alle, het hele bijenvolk staat of valt met de goede aardigheid van een koningin. Als je nou een verkeerde koningin hebt dan heb je kans dat…

Petra: Dan is het volk ook niet opgevoed.

Gert: Dan wordt het een beetje agressief, dat kan. Dat maakt het wel eens moeilijk. En zo’n eerste jaar, ik geef ook veel bijen cursussen, de eerste jaren willen die cursisten zo’n volkje hebben en dan gaat het best goed. Maar zo’n tweede jaar, dan heeft een vol gezwermd, ook al zit er een nieuwe koningin in, en die koningin is weer heel anders. En zo’n volk gedraagt zich dan ook heel anders dan toen de eerste koningin er zat. 

Joost: Ik heb nooit geweten dat dat zo karaktertrekken zijn.

Gert: Een goede koningin. 

Petra: Hoe selecteer je dat dan? 

Gert: Ja, als ik een bijenvolk hebt en dat bijenvolk is niet steeklustig, is vriendelijk, is zachtaardig. Dan selecteer ik daarmee verder. 

Joost: Ja, zo kun je het een beetje te sturen. 

Gert: Ja, zo kan ik dat sturen. Want als er een zwerm heeft plaatsgevonden. Of als ik een kunstzwerm heb gemaakt, dan betekent dat dat ik van een volk meerdere volken heb gemaakt. En dat betekent dat er maar een koningin is en dat er in het andere volk geen koningin zit, dat er ook een koningin moet komen. 

Joost: Maar ho even, een kunstzwerm, hoe moet ik dat voor me zien? 

Gert: Dat is niet zo ingewikkeld. Dan heb ik een volk, een bijenvolk en die splits ik dan op in tweeën zodat ik twee bijenvolk heb gemaakt van een bijenvolk. Maar er is maar één koningin. 

Petra: Ja, waar komt die andere koningin dan vandaan? 

Joost: Trek jij dan een pak aan? 

Petra: Even bij de buren op bezoek. 

Gert: Nee, een koningin maken ze zelf aan. 

Joost: Oké, die wijzen ze aan.

Gert: Ja van eendagslarfjes, zij bepalen welke eendagslarfjes koningin worden. En die geven ze extra voer, koninginnengelei. Die geeft ze tien keer meer extra voer dan de normale larfjes en daar komen de koninginnen uit. 

Petra: Weten ze zelf dat ze geen koningin hebben en dan gaat dat vanzelf op gang komen?

Gert: Ja, kijk, ik ben mijn verhaal begonnen met het feit dat een bijenvolk heel harmonieus leefde. Alles klopt, iedereen weet precies zijn taken. Iedereen weet precies wat hij moet doen. Ook moment dat de koningin verdwenen is of overleden is, dan wordt het een grote chaos en anarchie. Die bijen zijn helemaal de kluts kwijt. Dan ontstaat er agressie en oorlog. En er is er een deel van de bijen die gaan dan jonge koninginnen aanzetten, om de rust weer terug te krijgen. En zijn er een aantal koninginnen in wording, zitten die in het volk, dan wordt het weer rustig. 

Joost: Maar een aantal koninginnen, betekent dan dat daar de sterkste weer mag opstaan en de rest van de over de 25:58 [onverstaanbaar] gejaagd wordt?

Gert: Ik hoop niet dat het te ingewikkeld wordt het verhaal. 

Joost: Ik moet wel zeggen, je hebt me enthousiast gemaakt. Want ik heb nooit geweten dat er zoveel achter zo’n bijenvolk zit. Dus dat maakt het wel leuk.

Gert: Ze maken bijvoorbeeld zeg tien koninginnendoppen aan. En dat betekent als je daar dan ook weer niks mee doet, dan de eerste koningin die uitkomt, die uitloopt, die maakt een speciaal geluid dat noemen wij tuten. Die zit in die kast en die andere die nog in de dop zitten, die zijn aan het kwaken. De oudste koningin kan niet te lang in die kast blijven, want die weet dat die andere er aankomen. Wat doet die dan, die pakt de helft van het volk, die gaat ook weer zwermen. Dat noemen we nazwermen. En zo heb je de volgende weer, weer een nazwerm, weer een nazwerm en dan hou je niets over. 

Petra: Dan wordt het steeds kleiner, echt zo bijzonder. 

Gert: Ik help ze een handje. 

Joost: Is toch gaaf. 

Petra: Ja, ik vind het heel interessant. 

Gert: Op de dertiende dag, op het moment dat die bijen, dat moet je allemaal uitrekenen, op dit moment dat de koningin uitkomen. Dan breek ik al die doppen open en dan lopen al die koninginnen in het volk. En dan zoeken ze het zelf uit, de sterkste koningin blijft dan over. 

Joost: Maar even terug naar die kasten. Want is er een ideale plek, in de schaduw, in de zon. Hoe werkt dat? 

Gert: Het mooiste is om ze in de zon, de ochtendzon. Dat zou het mooiste zijn, des te eerder kunnen ze uitvliegen. De ochtendzon is het prettigst. 

Joost: Maar voor de rest is schaduw ook wel belangrijk, ze kunnen niet in de brandende zon staan een hele dag. 

Gert: Ja, dat kan wel. Het kan wel. 

Joost: Je hoeft ze niet bij te voeren, helemaal niks? 

Gert: Ja, je hebt, als de linde gebloeid heeft. 

Petra: Wanneer is dat?

Gert: Eind juni denk ik.

Joost: Ik ben blij dat jij het zegt.

Gert: Eind juni, juli, dan heb je een dracht loze, vrij dracht loze periode. Dan is er niet zoveel te halen voor de bijen, dan heb je kans dat je ze moet bijvoeren. 

Joost: Oké, en waarmee voer je ze dan bij? 

Gert: Dan geeft ik ze 1 op 1, 1 kilo suiker op 1 liter water. 1 op 1 noemen we dat, geven we ze extra voer. Maar dan moet je natuurlijk weer oppassen, die bijen die maken van die nectar ook honing. En dan moet je weer oppassen als ik zo ga bijvoeren, dan haal ik die honingkasten wel weg. Want ik wil geen honing hebben gemaakt van suikerwater. 

Petra: Maar de honing die zij in de kast achterlaten, die eten ze dus niet zelf op als het schraal wordt?

Gert: Voor een deel wel en voor een deel ook niet. Ik had in het voorjaar ging het aardig snel hier en toen had ik de honingkamers erop gezet. Toen waren die half vol en toen kregen we weer een slechte koude periode. Een paar weken later waren die honingkamers weer leeg. Dat gebruiken ze zelf ook.

Petra: Is het dan eigenlijk wel goed om de honing uit de kast te halen? We oogsten dat eigenlijk, hebben de bijen dat zelf niet nodig? 

Gert: Niet alles. Zij produceren meer honing dan dat ze nodig hebben. En als je wat weggehaald, dat is dat goed voor het volk, want dan moeten ze weer aan het werk. Niks is vervelender als een bijenvolk geen werk heeft. Ze moeten ze moeten werken, werken, werken. 

Joost: Worden ze lui, gaan ze rare dingen doen. Gaan ze kattenkwaad uithalen. 

Petra: Ja, super. 

Gert: Die nectar die ze uit de bloemen halen zetten zij om in honing. Ze vroegen er enzymen aan toe.

en meervoudige suikers worden dan enkelvoudige suikers. Dan slaan ze dat op in die zeskantige celletjes van was die ze maken. En als ze dat hebben gedaan, zit er nog tachtig procent vocht in en dan gaan ze door ventileren maken ze daar minder dan twintig procent vocht van en dan slaan ze het op bovenin, dan gaan ze dat dicht maken met een was dekseltje en dan heb je honing. Dus nectar wordt honing. 

Petra: Dan nog even kort over de honing, maakt het nog uit, of je dan, zeg maar honing zoals jij die je direct uit de kast haalt of je dat gebruikt in je keuken of opeet. Of dat je, zeg maar de supermarkthoning koopt?

Gert: Dat is een groot verschil. 

Petra: Ja, maar waarom is dat anders? 

Gert: Ik weet niet of je het wel eens gemerkt hebt. Maar de honing bij de supermarkt, of de honing bij de Kruidvat smaakt ’s zomers en ’s winters altijd hetzelfde. 

Petra: Ja, ik vind hem ook minder lekker, hoor dus. 

Gert: Dat is gewoon een soort zoetstof. 

Petra: Waar komt dat door dan? 

Gert: Nou, omdat ook in veel landen wordt honing gemaakt door bijen veel op suiker te laten vliegen. 

Joost: Dus die één op één eigenlijk. 

Gert: Ja, of drie op twee. 

Petra: Dus heb je eigenlijk gewoon suikerhoning en geen bloemhoning. 

Gert: Nee, dus dan hoeven die bijen eigenlijk niet eens de kast uit, kunnen ze gewoon die suikernectar opslaan. Daar doen ze precies hetzelfde mee, dat verdampen ze ook en dan komt er ook een was dekseltje op.

Petra: Dat is plofhoning, 

Gert: Ik heb nou een potje als een potje honing bij me. Maar het leuke is dat verkoop redelijk veel honing. En er zijn er toch altijd wel mensen die zeggen ja Gert, die honing vorige keer vond ik veel lekkerder. 

Joost: Ja, dat verschilt natuurlijk. 

Gert: Dat verschilt behoorlijk ja. Je hebt lindenhonig, je hebt bramenhoning, je hebt klaverhoning, je hebt acaciahoning. 

Petra: En voor- en naseizoen is dan ook een andere smaak. 

Gert: Ja, totaal andere soorten honing, je hebt donkere en lichte. 

Joost: Ze zeggen ook dat het wel helpt tegen allergieën en hooikoorts. 

Petra: Maar alleen als je lokale honing eet he dan. 

Joost: Dat zeggen ze.

Gert: Ja, dat zeggen ze. Dat moet je eigenlijk een beetje met een korreltje zout nemen. Kijk, de honing die ik uit die bijenkasten haal, die slinger ik, ga gelijk in de emmer van de emmer gaan ze gelijk in het potje. Daar zit een heel klein beetje stuifmeel in, en dat stuifmeel, daarvan zegt men dan dat als het uit de buurt komt, dan word je daar immuun voor. En dan is het goed voor de hooikoorts. Maar dat is zo minimaal, dat valt allemaal wel mee. 

Joost: Maar goed, er is reden genoeg om gewoon de lokale honing, een goede honing te kopen. 

Gert: Ja, zeker. 

Joost: Probeer het een keer en je wil niet anders meer. Dat is absoluut waar. 

Petra: Fantastisch. Ik vind het echt een ontzettend interessant onderwerp. Helaas moeten we ook een beetje afrondden. Heb jij nog een goede tip of een advies wat je aan onze tuinierders wil geven? 

33:18 Tip van Gert

Gert: Wat ik wel heel belangrijk vindt, maar daar zijn we gelukkig nu mee op de goede weg is om in je tuin of je tuintje steeds minder tegels te plaatsen. Elke keer een tegel eruit te wippen of een aantal tegels eruit te wippen. En meer eenjarige, tweejarige, meer bloemen, meer planten, meer struiken, meer boompjes te plaatsen. 

Joost: Dat horen we steeds meer natuurlijk. Er is gewoon geen reden meer om het niet te doen. 

Petra: Zo is het, goede tip. Dank je wel, Gert. 

Gert: Graag gedaan. 

Joost: Super leuk! Ik kan zo nog een uur doorlullen. 

Gert: Ja, ik heb nog niet eens de helft verteld. 

Joost: Nee precies. 

Petra: Je mag gewoon nog een keer komen. 

Gert: Ja, is goed. 

Joost: Vind ik wel heel leuk, ja. 

Petra: Nou, hartstikke bedankt voor je komst. 

Gert: Graag gedaan, dankjewel.

34:10 Tuinierkwartier

Joost: Ja, mooi en nu?

Petra: Ja Joost, het is iedere week hetzelfde. 

Joost: Ja, sorry, ik ben er zelf heel slecht in, ik ben zo blij dat ik jou naast heb, want jij bent echt mijn steun en toeverlaat in deze podcast. 

Petra: We gaan natuurlijk altijd afsluiten met de tuinfavoriet. En ik vind het wel grappig, in deze tuinfavoriet komt jouwe romantische kant naar voren? 

Joost: Ongelooflijk. 

Petra: Wat is het? 

Joost: Ja, een roos. Klimroos Guirlande d’amour.

Petra: Ja, fantastisch, de Guirlande d’amour. Wat is dat voor een roos? 

Joost: Ja, ik ben redelijk praktisch ingesteld zoals jullie ondertussen wel weten, denk ik. Dus ik kies een roos gewoon als die gewoon goed werkt en mooi doorbloeit enzovoort, enzovoort. Dan is het voor mij al gauw een favoriet en deze, klinkt wat afgezaagd maar ik heb hem ook thuis staan. Ik vind het een waanzinnig ding. Overal waar ik de kans heb om hem te zetten, tegen schuttingen, muren. 

Petra: Het is een klimroos he? 

Joost: Het is een klimroos ja. Daar gebruik ik eigenlijk deze voor, omdat hij gewoon hufterproef is. Je kan er niks aan fout doen. Hij doet het gewoon heel goed. 

Petra: En hoe ziet die eruit? 

Joost: Ja, dat moet natuurlijk op de site kijken. Maar het is een gevulde bloem met een geel hartje. Voor de rest is die wit, dus geen paniek Petra, zo geel is die niet, je kunt hem gewoon zetten. Het is een klimroos, nou is dat natuurlijk een beetje een valse benaming want eigenlijk is het een leiroos. Hij gaat niet vanzelf de lucht in, dan valt die gewoon om. Hij boeit in juni tot september, dus als deze podcast uitkomt, heb je nog wel veel plezier van. Ik snoei hem meestal, hij groeit aardig hard, dus na de bloei snoei ik hem nog wel flink terug en daar hou ik van. Ik kijk eigenlijk nergens naar ik ram hem gewoon kort waar die in de weg zit eigenlijk. En dan krijg je nog een aardige tweede bloei, zeker niet zo uitbundig als eerste bloei. Hij gaat redelijk door. Zo kun je hem een beetje wild laten worden. 

Petra: Leuk. Ja, en hij bloedt heel overdadig met mooie trossen witte rozen. 

Joost: Ja, waanzinnig. 

Petra: En een roos hoort eigenlijk ook wel in elke tuin toch?

Joost: Vind ik wel, ja. Natuurlijk voor de bijen. 

Petra: Is hij ook goed voor de bijen. 

Gert: Ja, ligt eraan.

Joost: Ik zeg net dat hij heel goed is voor de bijen, kun je me niet laten vallen Gert. 

Gert: Heel goed voor de bijen. 

Joost: Nee met rozen, kun je überhaupt podcast aan wijden. Als je dan gaat opzoeken dan staat het dat die het beste doet op klei en voedzame grond. Bij mij staat hij gewoon vol in het zand in de bestrating. Je kan de foto’s, oordeel zelf. Hij knalt er uit, hij krijgt heel weinig water bij mij want ik ben er redelijk lui in. En met snoeien kun je ook een hele studie aan wijden. Het is wel zo dat je met de ogen, zonder al te technisch te worden kun je wel een beetje sturen. Je ziet waar de ogen, welke kant ze opgaan. Voor de rest heb je natuurlijke tot het vijfde blad of zevende blad is allemaal waar. Maar ik hou er eigenlijk zelden rekening mee omdat ik gewoon wegknip wat in de weg zit. Het is wel zo dat als je een klimroos goed laat bloeien, dat je vooral horizontaal moet leiden. Dan denkt hij dat hij omvalt en dan gaat hij veel bloei geven. 

Gert: Hoe heet die roos Joost?

Joost: Guirlande d’amour.

Gert: Guirlande d’amour.

Joost: Als je het echt heel romantisch zegt, echt ongelofelijk. 

Gert: Ja, kan niet missen. 

Joost: Maar wat wil je nog meer weten? 

Petra: Ja. Dat ik denk dat dit genoeg is. 

Joost: Ja, ik kan er echt over doorgaan. 

Petra: Ja, ik heb het door. We zetten gewoon alle informatie lekker online met mooie foto’s erbij, dan kan iedereen het even nalezen. 

Joost: Ja, met de roos is het wel zeker zo hoe meer snoeit, hoe meer bloei. Dus wees er zeker niet te zuinig in, helemaal in het voorjaar. 

Gert: Mag ik nog een vraagje stellen Joost? 

Joost: Zeker. 

Gert: Wat is het verschil tussen een klimroos en een stokroos? 

Joost: Bij de klimroos, die zet je tegen een wand aan. Een stokroos zet je een stok bij.

Gert: Ja, echt is dat zo?

Petra: Een stokroos is er niet een echte roos, toch? 

Joost: Nee, je hebt ook de tweejarige. 

Petra: Dat zijn de tweejarigen. 

Joost: Sorry ik begrijp het verkeerd. Dat is een heel ander geslacht. In de volksmond heet het inderdaad stokroos, maar dat is gewoon een tweejarige inderdaad. Die zaaien, in het eerste jaar krijg je loof, in het tweede jaar krijg je bloem en weer zaad enzovoort, enzovoort. Zeker wel de moeite waard, maar dat is niet zo mooi als de Guirlande d’amour.

Gert, om je nog even te bedanken voor deze podcast hebben we uiteraard de koffie mede mogelijk gemaakt door Kookotte uit Huizen, check even de site voor de kortingscodes. Maar voor deze, bedankt Gert voor je komst, alsjeblieft. 

Petra: Kun je met een kopje koffie genieten van de bijen.

Joost: Achter op de verpakking staat voor jou nog een persoonlijke kortingscode.

Gert: Oké, ow wat lekker, heerlijk. Ik ben echt een koffie drinker. Dus dat komt heel goed uit. Dat komt prima van pas. Dank jullie wel. 

Joost: Ja, graag gedaan. 

Petra: Nou, dit was het weer, onze zesde aflevering. 

Joost: Knallen we weer door. 

Petra: Ja, absoluut. Kijken allemaal op Instagram, ik heb het al gezegd op de website vergeet je niet te abonneren, al je tuinvrienden te vertellen over deze leuke podcast. En bedankt voor luisteren. 

Joost: Hartstikke bedankt. 

Petra: Tot de volgende keer.

Joost: Tot de volgende keer.